http://www.dbnl.org/tekst/toor004ges...01_01_0030.php


Taalwet van 1962

In de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw barstte de taalstrijd in België in alle heftigheid los. Om elke centimeter, elk gehucht of dorp op de taalgrens werd gestreden. Onbetekende gehuchten als Edingen, Amogies en Rozenaken waren het onderwerp van dagenlange discussies in het nationale parlement. Het ging op dat moment allang niet meer louter om het definitief vaststellen van de taalgens, maar om de bevoegdheden van de verschillende regio's, de status van taalminderheden en sociale en financiële vraagstukken. In België waren de verhoudingen drastisch veranderd. De economische macht van wallonië was tanende en ook getalsmatig tekende zich een grote voorsprong af voor de Vlamingen. in 1962 is in een wet vast welke gemeenten tot welk taalgebied behoren. Wijzigingen aan het taalstatuut kunnen dan enkel nog via een wetswijziging. In dat jaar gingen ook Voeren naar Limburg en Komen en Moeskroen naar Henegouwen en werden de faciliteitengemeenten opgericht. Er zijn dan officieel vier taalgebieden: het Nederlandse, het Franse, het Duitse en tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad.

Een aantal gemeenten werden op dat moment ondergebracht in een bepaald taalgebied, maar ze hebben een grote minderheid van een andere taal. Voor hen worden er faciliteiten voorzien, zoals het voorzien van onderwijs in de andere taal wanneer er 16 ouders om vragen. Die faciliteiten gelden enkel voor de inwoners van die gemeente, men kan er vanuit andere gemeenten geen beroep op doen. Om van die faciliteiten te genieten moet dit aangevraagd worden door de betrokkene. Men stelde dan de vraag of die vraag elke keer opnieuw moet gesteld worden, of dat het volstaat dat de vraag enkel gesteld wordt wanneer men zich in de gemeente vestigt. De omzendbrief van minister Peeters legde aan de gemeentebesturen op om steeds opnieuw een aanvraag te vereisen, waartegen lang geprocedeerd werd door de Franstaligen. Bovendien gelden de faciliteiten niet voor de bestuurders, wat in 1983 in Voeren zal leiden tot een crisis rond burgemeester José Happart, en het geldt enkel voor inwoners die er om vragen.

Overgehevelde gemeenten bij vastleggen van de taalgrens in 1962


Van West-Vlaanderen naar Henegouwen
Ploegsteert - Waasten (Warneton) - Neerwaasten (Bas-Warneton) - Houtem (Houthem) - Komen (Comines) - Moeskroen (Mouscron) - Luingne - Herzeeuw (Herseaux) - Dottenijs (Dottignies)

Van Oost-Vlaanderen naar Henegouwen
Orroir - Amougies - Rozenaken (Russeignies)

Van Henegouwen naar Oost-Vlaanderen
Everbeek

Van Henegouwen naar Brabant
Bever - Sint-Pieters-Kapelle

Van Brabant arrondissement Brussel naar Brabant arrondissement Nijvel
Bierk (Bierghes) - Sint-Renelde (Saintes)

Van Brabant arrondissement Leuven naar Brabant arrondissement Nijvel
Sluizen (l'Écluse) - Zittert-Lummen (Zétrud-Lumay) - Opheylissem - Neerheylissem

Van Luik naar Brabant
Attenhoven - Eliksem - Laar - Landen - Neerhespen - Neerlanden - Neerwinden - Overhespen -
Overwinden - Rumsdorp - Waasmont - Walsbets - Walshoutem - Wange - Wezeren

Van Limburg naar Luik
Korsworm (Corswarem) - Wouteringen (Otrange) - Rukkelingen-aan-de-Jeker (Roclenge-sur-Geer) - Bitsingen (Bassenge) - Wonck - Eben-Emael - Ternaaien (Lanaye)

Van Luik naar Limburg
Moelingen - 's-Gravenvoeren - Sint-Martens-Voeren - Sint-Pieters-Voeren - Teuven - Remersdaal