PDA

View Full Version : Geschiedenis 24: Andere Tijden



The Lawspeaker
06-07-2009, 09:20 PM
Oorlogskinderen (http://geschiedenis.vpro.nl/programmas/2899536/afleveringen/14335917/). Verzwakt door de honger en aangeslagen door de ellende die ze om zich heen hadden gezien, mochten duizenden Nederlandse kinderen in 1945 op adem komen, in Engeland, Denemarken of Zweden. In Andere Tijden hun verhalen, hun herinneringen en de teruggevonden filmbeelden.

LINK (http://geschiedenis.vpro.nl/themasites/mediaplayer/index.jsp?media=14420243&refernr=14335917&portalnr=4158511&hostname=geschiedenis&mediatype=video&portalid=geschiedenis)


Na 1945 lag ons land in puin en werden ernstig verzwakte kinderen geevacueerd om aan te sterken. Ook vrouwen uit concentratiekampen werden zo naar Zweden en Denemarken overgebracht om aan te sterken- ik post daar binnenkort ook een draad over.

The Lawspeaker
10-20-2009, 06:29 PM
Andere tijden special: Oorlog op komst - De mobilisatie in Nederland (http://geschiedenis.vpro.nl/programmas/2899536/afleveringen/42606211/)





In augustus 1939 lopen de spanningen in Europa hoog op. Duizenden Nederlandse mannen worden onder de wapenen geroepen. Het land maakt zich op voor een oorlog met in het achterhoofd de hardnekkige hoop dat we neutraal kunnen blijven. Fascinerende beelden - opgediept uit talloze archieven en privécollecties - van soldaten die schuilkelders bouwen, mijnen uitzetten, verdedigingslinies opwerpen, maar gedurende de maandenlange mobilisatie ook vrolijk schaatsen, feesten en zich zichtbaar vervelen. Een mengeling van spanning en onschuld tot het mei 1940 wordt.Ik vond deze aflevering persoonlijk erg interessant. Een ding is zeker: de Nederlander is bepaald geen soldaat. :wink


Andere Tijden Special: Tussen Hoop en Vrees - De Jaren Dertig

SCHAKEL (http://geschiedenis.vpro.nl/programmas/2899536/afleveringen/28576453/)




Een feest van herkenning voor de oudere, een blik in een onbekende wereld voor de jongere – Andere Tijden brengt een special over de jaren dertig. Nooit vertoonde kleurenfilms bewijzen dat die periode niet alleen maar crisis en oorlogsdreiging bracht, maar ook vooruitgang, vertier en optochten van alle gezindten.

Nieuwe schakel (http://www.geschiedenis24.nl/andere-tijden/afleveringen/2009-2010/Andere-Tijden-Special-Oorlog-op-komst.html).

Webstek over het Nederlandse leger (http://www.mei1940.nl/Voor-de-oorlog/Algemene_Mobilisatie.htm#Mobilisatie.) in 1939/1940.

The Lawspeaker
07-09-2010, 07:12 PM
Koppeling naar het programma (http://geschiedenis.vpro.nl/artikelen/25231394/).
Directe koppeling (http://geschiedenis.vpro.nl/themasites/mediaplayer/index.jsp?bw=bb&player=real&media=25219044&portalnr=4158511&refernr=25231394&hostname=geschiedenis&portalid=geschiedenis&themechannel=&x=27&y=5&id=vars.jsp%3Fmedia%3D25219044%26portalnr%3D415851 1%26refernr%3D25231394%26hostname%3Dgeschiedenis%2 6portalid%3Dgeschiedenis#).




De doodstraf in Nederland
Laatste twee executies in 1952

In Nederland werd de doodstraf in 1952 voor het laatst voltrokken. Toch was deze nog niet compleet verboden op Nederlands grondgebied, want op de Nederlandse Antillen bestond de doodstraf nog - op papier tenminste. Deze wordt nu compleet afgeschaft, aldus Statenvoorzitter Pedro Atacho. Andere Tijden maakte een aflevering over deze uiterst omstreden straf.

De laatste executie werd uitgevoerd op 21 maart 1952. Die dag stonden er twee oorlogsmisdadigers tegenover het vuurpeloton: de Duitser Wilhelm Artur Albrecht en de Nederlander Andries Pieters. Ze waren de laatsten van de 39 oorlogsmisdadigers (38 mannen en één vrouw) die na de Tweede Wereldoorlog door de staat zijn geëxecuteerd.

De doodstraf was al in 1870 afgeschaft, maar werd in 1945 opnieuw ingevoerd voor de bestraffing van oorlogsmisdadigers. Tijdens de bezetting had de regering in ballingschap besloten dat er na de bevrijding speciale maatregelen moesten komen voor de bestraffing van oorlogsmisdadigers en collaborateurs. Er kwam een Bijzondere Rechtspraak én er kwam een bijzondere straf voor de allerzwaarste oorlogsmisdadigers: de doodstraf.

De eerste stap was het maken van een scheiding tussen de relatief lichte zaken en de zware, die van de echt grote oorlogsmisdadigers. De lichte zaken gingen naar een van de oorlogstribunalen; de zware naar een van de acht Bijzondere Gerechtshoven.

Dat streven naar zorgvuldigheid had wel een keerzijde. De regering had beloofd dat de berechting van oorlogsmisdadigers ‘snel, streng en rechtvaardig’ zou gebeuren. Zeker het eerste streven – snelheid – is niet gehaald. Weliswaar waren er kort na de bevrijding al een paar grote oorlogsprocessen (zoals dat tegen Mussert, eind 1945), maar mensen als Pieters en Albrecht stonden pas in 1949 voor het eerst in de rechtszaal. Vier jaar na de bevrijding.

Na het eerste vonnis volgde er een periode van beroep - of cassatie, zoals het toen heette - en daarna kwam het lange wachten op de uitslag van de gratieverzoeken. Zo kon het gebeuren dat nog in maart 1952 twee mannen werden geëxecuteerd, voor misdrijven die ze in het laatste oorlogsjaar hadden gepleegd.

De processen voor het Bijzonder Gerechtshof waren geweldig populair, vooral als er een grote oorlogsmisdadiger terecht stond. Iedereen wilde erbij zijn om het wonder van de gerechtigheid met eigen ogen te aanschouwen.

Direct na de oorlog was praktisch heel Nederland voor de doodstraf. Maar naarmate de oorlog langer geleden was, begon de steun voor de doodstraf langzaam af te brokkelen. Zeker toen in 1950 ook nog eens de paus zich tegen de doodstraf uitsprak.

In totaal is na de oorlog 154 keer de doodstraf opgelegd. Daarvan zijn er slechts 39 voltrokken. Twee veroordeelden pleegden zelfmoord, twaalf bleven voortvluchtig en maar liefst honderd en één kregen gratie. De meerderheid, kortom, zag de doodstraf omgezet in levenslang. Dat was bewust beleid van de regering.

In een geheime richtlijn van 1946 legde ze vast, dat executie van enkele oorlogsmisdadigers weliswaar noodzakelijk was als vergelding voor het doorstane leed, maar dat het er vooral niet teveel moesten worden. Een al te groot aantal executies zou slecht zijn voor de moraal, en moest door middel van gratie worden voorkomen.


Nieuwe koppeling (http://www.geschiedenis24.nl/andere-tijden/afleveringen/2005-2006/De-laatste-doodstraf.html).

The Lawspeaker
08-06-2010, 11:35 PM
De Vrouwen van Ravensbrück (http://geschiedenis.vpro.nl/programmas/2899536/afleveringen/3577555/)


In de nadagen van de Tweede Wereldoorlog werden honderden Nederlandse vrouwen uit het concentratiekamp Ravensbrück gered door het Zweedse Rode Kruis. Door bemiddeling van graaf Bernadotte wisten ze na een bizarre busreis door Duitsland het vrije Zweden bereiken. Daar konden ze, bevrijd uit de hel, andermaal de vrijheid proeven.
SCHAKELTJE (http://geschiedenis.vpro.nl/themasites/mediaplayer/index.jsp?bw=bb&player=real&media=13687722&portalnr=4158511&refernr=3577555&hostname=geschiedenis&portalid=geschiedenis&themechannel=&x=33&y=10&id=vars.jsp%3Fmedia%3D13687722%26portalnr%3D415851 1%26refernr%3D3577555%26hostname%3Dgeschiedenis%26 portalid%3Dgeschiedenis#)

Bij deze.. (http://www.theapricity.com/forum/showthread.php?p=249966#post249966)

The Lawspeaker
09-10-2010, 11:38 AM
Andere Tijden Special: De Andere Jaren Vijftig

SCHAKEL (http://geschiedenis.vpro.nl/programmas/2899536/afleveringen/21628445/)


Bijna een uur kleurenfilm over de jaren vijftig, een periode die we tot nu toe alleen in zwart-wit kenden. Bloemencorso’s, Juliana en Bernhard bij bosnegers, broodtrommels op de bagagedrager, rokende kinderen en de feestelijke entree van de Philips hoogtezon: het zijn slechts een paar van de kleurenfragmenten die onze kijk op de jaren vijftig voorgoed doen veranderen. De jubileumuitzending ‘De andere jaren vijftig’ geeft een uniek beeld van een decennium dat saai, sober en truttig was, maar in kleur eigenlijk best meevalt.

Nieuwe schakel. (http://www.geschiedenis24.nl/andere-tijden/afleveringen/2005-2006/Andere-Tijden-Special-De-Andere-Jaren-Vijftig.html)



Tegenover de kleurrijke jaren zestig en de vrijgevochten jaren zeventig staken ze altijd wat bleekjes af: de jaren vijftig. De jaren van burgerlijkheid, truttigheid, verzuiling en de allesoverheersende spruitjeslucht. Een saaie tijd van hard werken, sober leven, een gezagdragende overheid en een onaantastbare kerk. Langzaam maar zeker komt er verandering in dit eenzijdige beeld van de jaren vijftig. Wie immers verder kijkt op de fundamenten van knus en kneuterig vindt de eerste contouren van de moderne samenleving. Deze extralange jubileumuitzending geeft de spanning tussen traditie en vernieuwing weer die de jaren vijftig zo hebben gekenmerkt.

De titel ‘De andere jaren vijftig’ slaat echter bovenal op de gebruikte archiefbeelden die de kijker een andere – gekleurde – blik op de jaren vijftig gunnen. Een vol uur nooit vertoonde filmbeelden veranderen de kijk op een tijd die we tot nu toe alleen maar in zwart-wit kenden. Kleurenfilm was duur, moest in het buitenland worden ontwikkeld en werd zowel door professional als amateur niet te pas en te onpas gebruikt. Vandaar dat de meeste Nederlanders alleen zwart-witfilms uit de jaren vijftig kennen: er is simpelweg heel weinig in kleur. Maar het ìs er wel.

Het idee voor de uitzending ontstond toen Gerard Nijssen, beeldresearcher bij onder meer Andere Tijden, aangaf dat er veel onbekend filmmateriaal in kleur uit de jaren vijftig was. Deze films, zo was het plan, zouden kunnen worden gebruikt om het vijfjarig bestaan van Andere Tijden te vieren: met een extralange jubileumuitzending als een cadeau aan de kijker. En waar kan je het kijkerspubliek – dat een gemiddelde leeftijd heeft van boven de vijftig - beter mee verrassen dan met een kleurenfilm die een sfeerbeeld geeft van hun eigen jeugd of dat van hun ouders. Het zou een feest van herkenning moeten worden, een feest van kleur.

De Andere jaren vijftig is anders dan andere afleveringen van Andere Tijden: in de documentaire zitten geen interviews of verklarende commentaarteksten. De archiefbeelden staan centraal en spreken voor zich. Slechts één keer eerder koos Andere Tijden voor deze aanpak: ook de 4 mei uitzending ‘De Tweede Wereldoorlog in amateurfilm’ bestaat enkel uit archiefmateriaal.
Er is wel gebruik gemaakt van muziek uit de jaren vijftig: van Jerry Lee lewis en Rosemary Clooney tot Heleentje van Kappelle. Het aanstekelijke nummer ‘En dan gaan we naar de speeltuin’ dat we in de uitzending bij de beelden van spelende kinderen en kwajongens in de Amsterdamse binnenstad horen was indertijd een gigantische hit.

Ook gebruikten we radiofragmenten uit de jaren vijftig, de tijd waarin iedereen nog naar zijn eigen verzuilde omroep luisterde. We horen hoe Philip Bloemendal de luisteraars in 1951 over de aankomst van Ambonezen in Rotterdam vertelt: “Allen hopen dat het verblijf slechts tijdelijk is.” Hoe verslaggever Jan de Troye vanuit een Amerikaans amfibievoertuig de ravage na de watersnoodramp beschrijft: “We rijden nu over Duiveland. Het is moeilijk te zeggen of we nog rijden, het is evengoed mogelijk dat we varen. We bewegen ons in ieder geval voort voor en door het water.” En hoe prins Bernhard over de noodzaak van export bericht.

The Lawspeaker
11-26-2010, 10:04 PM
De explosieve idealen van RaRa

De Makro-branden (http://geschiedenis.vpro.nl/programmas/2899536/afleveringen/44147562/)


De actiegroep RaRa liet in de jaren ’80 met brandbommen vier Makro’s in vlammen opgaan. Daarmee bereikten de actievoeders hun doel: na de vierde brand trok het winkelbedrijf Makro zich terug uit Zuid-Afrika.
In Andere Tijden de recherche, de Makro en, voor het eerst, een prominent lid van de RaRa zelf over idealen en het gebruik van geweld.




De opsporing (http://geschiedenis.vpro.nl/programmas/2899536/afleveringen/44185190/)


Rara, de meest ongrijpbare actiegroep uit de jaren ’80. Ook na vier Makro-branden en 150 miljoen schade had de politie geen idee wie zich achter de raadselachtige naam verschool. Er kwam een heus landelijk rechercheteam, de BVD bemoeide zich ermee, Jan en alleman werd onderzocht…



Meer informatie over de RaRa: (http://nl.wikipedia.org/wiki/Revolutionaire_Anti-Racistische_Actie)

De Revolutionaire Anti-Racistische Actie (RaRa) was een Nederlandse terreurgroep[1], wier daden door de BVD als 'politiek gewelddadig activisme' werden omschreven. Er werd veel materiële schade veroorzaakt, maar er zijn nooit doden of gewonden gevallen bij acties toegeschreven aan RaRa. RaRa was actief van 1984 tot 1993, de groep is echter nooit officieel opgeheven.

Volgens de BVD was RaRa geen terroristische organisatie omdat RaRa niet het oogmerk had de samenleving te ontwrichten[bron?] (:rolleyes:). RaRa streefde beperkte doelen na, in aanvang was dat de terugtrekking van bedrijven uit Zuid-Afrika. De BVD bestempelde de acties van RaRa daarom als 'gewelddadig politiek activisme' en niet als terrorisme.

lisulisa
06-05-2011, 09:30 AM
in 1939 roept de burgemeester van Rotterdam de bevolking op geld te gireren teneinde Vesting Rotterdam te versterken. Immers dan zal de vyand Rotterdam niet aanvallen.

wat zyn de ware feiten t.o.v van de 2e wereld oorlog.
Wat is waar dat amerikaanse en engelse billionaires pro oorlog waren opdat zy nog meer geld konden ophalen??

In de griekse crisis van nu spelen bepaalde amerikaanse zakenbanken een kwalijke rol.

The Lawspeaker
03-19-2012, 01:08 PM
Andere Tijden Special: Jaren van vooruitgang (http://www.geschiedenis24.nl/andere-tijden/afleveringen/2011-2012/De-haven-plat.html)

Nederland tussen 1910 en 1920



In deze extra lange uitzending van Andere Tijden belichten wij de jaren tien, die nu precies een eeuw achter ons liggen. De uitzending laat u mee duizelen met haar onderwerp en bestaat uit een aaneenschakeling van fragmenten van de stomme film, ondersteund door liedjes van cabaretiers en andere musici uit deze tijd. Andere Tijden, zaterdag 31 december 2011 om 13.05 uur en donderdag 5 januari om 14.05 op Nederland 2.

‘De duizelingwekkende jaren.’ Aldus typeert de historicus Philipp Blom de beginjaren van de twintigste eeuw. Dit decennium op het breukvlak tussen de oude en moderne tijd heeft de Nederlandse samenleving op ongeëvenaarde wijze op haar kop gezet. Zo worden snelle voertuigen, elektriciteit, zelfs filmbeelden – hoewel allen eerder ontdekt – in deze jaren toegankelijk voor het grote publiek. Een decennium waarin nieuwe producten en andere blijken van vooruitgang elkaar in een hoog tempo opvolgen. De jaren tien lokken dan ook de reactie van de bevolking uit dat niet alle tradities overboord moeten worden gegooid.

Een breukvlak tussen de traditionele en de moderne tijd, zo zijn de jaren tien van de twintigste eeuw de geschiedenisboeken ingegaan. De Eerste Wereldoorlog wordt vaak aangehaald als de gebeurtenis die deze breuk opleverde. De oude rijken van Europa moesten zich in een ongekend tempo hervormen tot ware oorlogsmachines om te kunnen concurreren met de andere grootmachten van Europa. Aan het einde van de oorlog waren deze rijken failliet en bestonden de traditionele sociale posities binnen de samenleving niet langer: een moderne samenleving was geboren. Blom stelt: 'De moderne samenleving herrees als een feniks uit de as van de rookwolken van de Eerste Wereldoorlog.' Voor Nederland gold dit in mindere mate. Ons land bleef immers neutraal tijdens de oorlog en ook ontbrak hier de radicaliteit waarmee de veranderingen gepaard gingen in andere Europese landen.

Deze uitzending van Andere Tijden brengt in beeld op welke wijze Nederland langzaamaan veranderde in een moderne samenleving. Meer auto’s en elektrische straatverlichting gingen het straatbeeld bepalen, steden raakten overvol en een algehele gekte brak los toen de eerste vliegtuigen naar Nederland kwamen. Maar deze nieuwe tijd werd, als gezegd, niet door iedereen in de armen gesloten. Er gingen veel stemmen op om streektradities te behouden voor later, er moest voorzichtig om worden gesprongen met al die vooruitstrevendheid.

Nederland stond in de jaren tien op de drempel van de moderne samenleving. Lastiger, zo bleek, was het om de traditionele samenleving ook daadwerkelijk achter zich te laten.

HamshenaHay
03-19-2012, 05:31 PM
Awesome footage! I always wondered why the Dutch used to pronounce the letter "r" very strongly as we can hear in the video, but nowadays it's pronounced more like "gh" :p

The Lawspeaker
03-19-2012, 10:01 PM
Awesome footage! I always wondered why the Dutch used to pronounce the letter "r" very strongly as we can hear in the video, but nowadays it's pronounced more like "gh" :p
Ik heb geen idee.. ik weet wel wat vroeger de uitspraak van het Nederlands wat "stijver" was en hoe je sprak hing ook nog eens van je sociale klasse af.

The Lawspeaker
03-25-2012, 07:41 AM
Andere Tijden - Altijd paraat! (http://www.geschiedenis24.nl/andere-tijden/afleveringen/2010-2011/Altijd-paraat.html)


Altijd paraat! Jarenlang oefenden Nederlandse soldaten aan de Oost-Duitse grens om een eventuele aanval vanuit het Oostblok af te slaan. De Russische beer zou golven van tanklegers op ons afsturen die zeker 48 uur door onze jongens tegengehouden moesten worden. Altijd paraat- voor een oorlog die nooit kwam. Andere Tijden, donderdag 30 september, 21.25, Nederland 2



Nederlandse gelegerden, echte veteranen?


Eigenlijk begon het allemaal met een Poolse aanvalskaart. Daarop grote rode pijlen van aanvallende Poolse legers en kleine atoombommen op steden als Apeldoorn, Zwolle, Utrecht en Den Haag. Hoe zat het eigenlijk met die verdediging van Nederland tijdens de Koude Oorlog? Want IJssellinie en Grebbelinie golden niet meer. Hadden we niet een heel stel militairen in Duitsland zitten om ze op te vangen?

Daar zitten de Nederlanders op verschillende plekken in Noord-Duitsland vanaf begin jaren ‘60, in plaatsen als Seedorf in de buurt van Bremen en Bergen-Hohne dichter naar de grens met Oost-Duitsland. Een paar duizend militairen zijn er gelegerd, maar wonen er ook met hun gezin in hele Nederlandse enclaves. De Noord-Duitse laagvlakte, dat is het vak dat de Nederlandse troepen moeten verdedigen als de Russen komen. De verdediging van de NAVO tegen de Russen bestaat uit een lint van aaneengeschakelde vakken van Noorwegen tot Turkije, en alle NAVO landen hebben hun eigen taak in dat lint. Sinds het begin van deze eeuw zijn de Nederlanders er weer weg, de Koude Oorlog is immers over.

Het steekt de leden van de vereniging van Koude Oorlog Veteranen en Oud-Militairen, KOVOM, dat ze niet als volwaardige veteranen worden gezien. Zij hebben daar al die jaren aan die grens tussen Oost- en West-Duitsland gelegen. Decennia lang. Om de oorlog te voorkomen. En juist omdat er geen oorlog kwam, en ze dus nooit gevochten hebben, zouden ze geen echte veteraan zijn. Hans van der Bruggen legt zich er niet bij neer. Als het ministerie van Defensie ze dan niet erkent, dan doet de voorzitter van de vereniging het wel zelf. Eén of twee keer per jaar reikt hij, en niet de minister, de zelfontworpen medaille uit aan leden van de groeiende vereniging. Tijdens een reünie marcheren de mannen er nog even lustig op los.`

Op de medaille de symbolen van de Koude Oorlog: de Muur, de hamer en sikkel van het ‘Rode Gevaar’, en de Nederlandse leeuw die daartegen ten strijde trekt. “Wij hebben het gevoel dat we veertig of meer jaren de vrede in Europa hebben bewaard als tegenhanger van het Warschau Pact”, zegt Van der Bruggen.

In Achter het Nieuws van juni 1982 schetst de Nederlandse brigade-generaal Hoondert de strategie van de NAVO. “De primaire doelstelling van de NAVO is een conflict te voorkomen. Nu is het natuurlijk toch mogelijk dat het voorkomen van het conflict niet lukt en dat de Sovjets, het Warschau Pact, toch tot een aanval overgaat”, doceert hij voor een manshoge kaart met rode pijlen die de dreiging moet aangeven. Een nucleaire verrassingsaanval is erg onwaarschijnlijk, acht hij, hoewel ze daar wel de capaciteit voor hebben. Waarschijnlijker is het, vindt Hoondert op het krakkemikkige archiefmateriaal, dat er in eerste instantie een conventionele aanval komt. Een aanval met grondtroepen dus, die over de Duits-Duitse grens komen spoelen. “We moeten er dan vanuit gaan dat onze strijdkrachten zeker in staat zijn om een eerste aanval van dit Warschau pact af te slaan”, aldus de NAVO-generaal.

Daar op de Noord-Duitse vlakte, daar wacht het Nederlandse leger dus op de Russen. Van het eerste legerkorps, dat in totaal zo’n 87000 man groot is, zit een deel vooruitgeschoven in Duitsland in plaatsen als Seedorf, Hohne, Langemannshof. Het 41e tankbataljon, waar Paul Ruytenberg dient, zit bijvoorbeeld in Bergen-Hohne. Als Ruytenberg nu rondloopt op de inmiddels door de Nederlanders verlaten basis, wijst hij trots ‘ons plein’ aan en ziet dat de bar nog niets veranderd is. “Hier had je je vertier”, zegt hij, “Er werden frikadellen gebakken en heel veel gelachen. En de prijzen van de drank was natuurlijk helemaal niets vergeleken met wat je in Nederland moest betalen.”



Ongevallen op de bases


Er gebeurden ook ongelukken, vertelt Ruytenberg. Hij heeft wel eens meegemaakt dat iemand in een tankspoor ging liggen slapen -uit de wind- en dat er toch nog een tank aankwam. In De Griffioen, het weekblad van de in Duitsland gelegerde Nederlanders en hun gezinnen, staan in de eerste helft van de jaren ‘70 opvallend veel overlijdensberichten van jonge militairen. Vaak staat er bij dat het een ongeval met een auto betrof op weg van en naar de kazerne in Duitsland. De marechaussee roept in het blad op defensief te rijden. Een minuutje winst door in te halen “kan net een minuutje te laat zijn.”

Diezelfde marechaussee laat als waarschuwing een tijdje een autowrak bij de ingang van basis Seedorf zetten. Het dragen van autogordels is nog niet verplicht en ook met drank gebeurde er wel eens wat. De eerste schrik is van de net ingevoerde blaastesten af en “men ging weer dood en verderf om zich heen zaaien”, stelt de marechaussee in 1975. Dus worden de controles op rijden onder invloed opgevoerd. Sowieso vallen er in die tijd meer doden in het verkeer dan we nu gewend zijn. Het blad haalt de woorden van de Bevelhebber der Landstrijdkrachten aan: 80% van de ongevallen overkomt de leeftijdsgroep tot 25 jaar. En juist driekwart van de landmacht komt uit die groep.



De Koude Oorlog maakt slachtoffers


Hoeveel doden zijn er nu eigenlijk gevallen in de oorlog die nooit gevoerd werd? Want ook bij oefeningen vallen doden. Dat is nog niet zo makkelijk te achterhalen. Steve Netto, commodore b.d. en voormalig straaljagerpiloot, commandant van een vliegbasis en later betrokken bij de afdeling planning van de NAVO, onderzocht de cijfers van de luchtmacht. Alleen al zo’n 260 Nederlandse vliegers kwamen om tijdens de Koude Oorlog. En dan telt hij alleen de vliegers, omdat die het meeste gevaar liepen. In zijn boek Jachtvliegers in de Koude Oorlog komt hij vervolgens tot een beredeneerde schatting van een imposante 15000 omgekomen vliegers wanneer beide zijden van het conflict worden opgeteld. “Er moet constant geoefend worden en dat is altijd dicht bij de grond en laag. Dat is gevaarlijk, het gebeurt vaak ook in marginale weersomstandigheden en daar zijn, met die felle training die we hielden, ook vliegers bij om het leven gekomen”, vertelt Netto. In de twintig jaar na de Koude Oorlog komt hij uit op een stuk of vijf. Een heel verschil.

Voor de andere krijgsmachtonderdelen is het aantal doden van de Koude Oorlog moeilijker te achterhalen. Voor de Marine is het nog redelijk te doen, al is het onduidelijk of een duikongeval in Den Helder of Biak (Nederlands Nieuw-Guinea) Koude Oorlog is of niet. Voor de landmacht wordt het ronduit problematisch. Nooit is bijgehouden of iemand in het kader van een oefening of tijdens verlof is omgekomen, laat staan of dat Koude Oorlog gerelateerd is. Wat telt nu eigenlijk: ‘dienstongevallen’ of ‘ongevallen in werkelijke dienst’? Een aantal jaar is het aantal overledenen terug te vinden in de jaarboeken van de landmacht. Soms zelfs met plaats van overlijden erbij. Plaatsen in Duitsland, maar ook veel Paramaribo. Dat lijkt geen Koude Oorlog, maar een soldaat die in Nederland overlijdt ook niet. In absolute getallen zijn er bij de landmacht ongetwijfeld meer doden gevallen in de Koude Oorlog, omdat de landmacht domweg veel groter is. Procentueel gezien vielen bij de luchtmacht de meeste klappen.



Zo realistisch mogelijk oefenen


Wat de Nederlanders moeten doen, is zo snel mogelijk de kazerne uit. Die is paradoxaal genoeg namelijk niet veilig maar wel het eerste doelwit. En naar voren. Naar het Elbe-Seite kanaal, daar overheen en zover mogelijk de Russische troepen tegemoet gaan. Door vervolgens langzaam terug te trekken moeten ze die troepen afremmen, zo lang als het kan. In de tussentijd worden dan de versterkingen uit Nederland aangerukt, de nucleaire wapens in stelling gebracht en de NAVO- troepen uit Engeland, Amerika en Canada aangevoerd. Hoe lang houd je dat vol? Dat is een gok, niemand weet het. De hoop was twee, drie dagen. Maar wanneer het niet meer vol te houden is, zegt professor Jan Hoffenaar van het Nederlands instituut voor Militaire Historie, dan zouden we “nucleair gaan”. De kernraketten afvuren op de oprukkende troepen en vliegtuigen van de vijand. “En wat er dan zou gebeuren, dat kon eigenlijk niemand goed overzien en daar dacht men ook niet al te veel over na”, zo zegt Hoffenaar. Totdat de Rus komt, moet er zo realistisch mogelijk geoefend worden.

Dagelijks oefenen de eenheden in Duitsland natuurlijk, met het eigen squadron, bataljon, de eigen pantserwagen. Eén keer in de zoveel tijd een oefening buiten de kazerne, of met alle in Duitsland gelegerden. Eén keer in de zoveel tijd een oefening met alle Nederlandse strijdkrachten. En elke vijf jaar een NAVObrede oefening. In 1973 vindt de eerste plaats onder de naam Big Ferro. 40000 man, 10000 voertuigen, 200 vliegtuigen denderen door een gebied van 120 bij 120 kilometer.

Netto herinnert zich een oefening in 1989. Het is de eerste computersimulatieoefening, een oefening die zich volledig afspeelt op computers, maar wel ergens in het bos is opgesteld. De Rus valt aan, de NAVO doet dit, dan doet de Rus dat. Om ‘in the bubble’ te blijven is alle nieuwsvoorziening voor de deelnemers gefingeerd. Elke vier uur een ‘live’ verslag van een reporter die bijvoorbeeld aan de stadsrand van München vertelt dat de Russen aan de poort staan. Netto mag tussendoor een avond naar huis. Hij eet met zijn vrouw en doet na het eten zijn eigen tv aan. Het is 9 november 1989, de Muur is gevallen. Hij ziet mensen die dansen op de Muur en vraagt zich af of hij nog steeds naar die NAVO-beelden zit te kijken. Hij rijdt terug naar het kamp en vraagt of ze het daar al weten. Daar weet niemand nog iets. De oefening gaat door maar wordt al snel afgebroken. “Niemand had er meer zin in. We hadden gewonnen”, grijnst Netto.



Plannen van de vijand anders dan verwacht



Net zo lang oefenen tot je gewonnen hebt. Dat plan op die Poolse kaart, dat zou er nooit zijn gekomen. Dat leert professor Jan Hoffenaar op een conferentie in Stockholm in 2006. Daar zitten Russische, Tsjechische en Poolse hoge militairen uit de Koude Oorlog tegenover de generaals van de toenmalige NAVO. Op die conferentie komt de kaart boven water, maar tegelijk blijkt dat de Sovjet-Unie in de jaren tachtig helemaal niet meer bij machte was zo’n aanval te doen. De oorlog in Afghanistan eiste onherroepelijk zijn tol. Maar was de Sovjet-Unie eigenlijk wel van plan om aan te vallen? Nee, zegt Hoffenaar. Beide machten zouden niet de eerste aanval doen, maar verwachtten dat de ander dat wel zou doen. Ze zaten dus op elkaar te wachten en de Russen hadden nooit de intentie West-Europa te veroveren, ook niet in de jaren ’50. De Poolse kaart blijkt een zoethoudertje voor de Polen. De Russen laten de Polen ermee weten dat ook zij een rol hebben wanneer de derde wereldoorlog uitbreekt. “Maar, zeggen de Russen tijdens die conferentie, als de NAVO ons had aangevallen, dan deed West-Europa niet ter zake”, aldus Hoffenaar, “Dan zouden ze alles wat ze hadden zowel op West-Europa als op Amerika hebben losgelaten.” Volledig nucleair. Niks conventionele oorlog.

The Lawspeaker
03-25-2012, 07:06 PM
Andere Tijden - Naar de speeltuin! (http://www.geschiedenis24.nl/andere-tijden/afleveringen/2010-2011/Naar-de-speeltuin.html)


De herfstvakantie breekt aan, de kinderen mogen naar buiten! Maar waar naar toe? Generaties lang was dat de speeltuin. Begin 20e eeuw bedacht als afleiding voor stadskinderen, tegenwoordig onderworpen aan strenge veiligheidseisen. Andere Tijden over de gevaren van draaimolens, klimrekken en wipkippen. Andere Tijden, donderdag 14 oktober, 21.25, Nederland 2.



Vader Klaren


`Niet de jeugd is misdadig, maar de samenleving want zij ontneemt de jeugd alle gelegenheid tot spelen, tot goede lichamelijke ontwikkeling. Geef de jeugd gelegenheid zich lichamelijk te ontwikkelen en dit te doen samengaan met haar geestelijke ontwikkeling, en ‘t zal de jeugd verheffen.’ U.J. Klaren 1899.

In 1902 opende de eerste Nederlandse speeltuinvereniging haar poorten aan de Czaar Peterstraat in Amsterdam. Het was niet toevallig dat oprichter Uilke Klaren zijn levenswerk daar volbracht zag. In deze arbeidersbuurt bestond er voor kinderen nauwelijks speelgelegenheid. Samen met buurtbewoners richtte hij een vereniging op die meer wilde dan alleen een veilige speelplek voor kinderen in de buurt. De vereniging wilde algemene opvoeding geven, lichamelijke en geestelijke vorming en allerlei mogelijkheden tot ontspanning. Daarbij werden niet alleen jonge kinderen maar ook de oudere jeugd en zelfs volwassenen betrokken.

De eerste speeltuinen waren ruim opgezet met houten toestellen die vaak leken op wat er in de gymzaal te vinden was: rekstokken, ringen en klimrekken. Vanaf de jaren twintig worden de houten toestellen meer en meer vervangen door metalen toestellen. Die vormen het beeld van de speeltuin zoals we die nog steeds kennen, met schommels, glijbaan, klimrekken en een wip. Na 110 jaar is goed te zien dat in het huidige speeltuinwerk diezelfde functie nog steeds bestaat. De speeltuin neemt daar zelfs een duidelijke buurtfunctie in met excursies voor de kinderen, spelletjesavonden voor volwassenen en Sinterklaasfeesten voor het hele gezin.



Nuso


Het aantal speeltuinverenigingen nam in de jaren twintig en dertig toe tot 110 en dat leidde in 1931 tot de oprichting van de Nederlandse Unie van Speeltuinorganisaties, de NUSO. Naar goed Nederlands gebruik was ook het speeltuinwerk verzuild; zo richtten de katholieken in 1949 hun eigen koepelorganisatie op. Het speeltuinwerk voor de oorlog kan worden gezien als een beweging zoals die ook op andere gebieden te zien was. Enerzijds bedoeld als beschavingsoffensief, om de stadskinderen in de arbeidersbuurten te beschermen tegen de verlokkingen van de stad en hen een veilige, omheinde speelplek aan te bieden. Daarbij werden de ouders betrokken die via het lidmaatschap aan de vereniging werden gebonden. Allerlei overlegorganen en tijdschriften zagen het licht en jaarvergaderingen en manifestaties werden druk bezocht. Nog steeds wordt op de derde zaterdag van juni de stichting van de eerste speeltuinvereniging herdacht als Vader Klarendag.




Publieke Werken


Met de oprukkende auto in het straatbeeld werd de speelruimte van kinderen sterk ingeperkt en werd spelen op straat onveiliger. De gezinnen waren na de oorlog nog kinderrijk en de woningen klein. De smalle stoepen werden ingepikt door de auto en vrije landjes in de stad werden in rap tempo dichtgebouwd. “In menig dichtbebouwde wijk van Amsterdam mist de jeugd vrijwel elke geschikte gelegenheid voor spel en ontspanning in de open lucht. Vooral voor de kleinere kinderen, tot een leeftijd van 6 a 8 jaar, die niet zonder toezicht ver van huis kunnen gaan, bestaat weinig andere speelgelegenheid dan “de straat”, d.w.z. het trottoir, de stoep, de goot, en soms een boomkrans met wat aarde.” De Amsterdamse Dienst Publieke Werken signaleerde dit verschijnsel en kwam in 1949 tot de conclusie dat daar voor haar een schone taak was weggelegd.


Waren de speeltuinen voor de oorlog nog opgezet voor een hele wijk waar je lid van moest zijn, na de oorlog ontstond er de openbare, buurtgerichte speelplaats.



Aldo van Eyck


In 1947 treedt de jonge architect Aldo van Eyck vlak na de oorlog in dienst bij de Amsterdamse Dienst Publieke Werken. Zijn eerste opdracht is om een speelplaats te ontwerpen in Amsterdam-Zuid. Van Eyck zal in de bijna dertig jaar dat hij opdrachten uitvoert voor de Dienst, 860 speelplaatsen voor de hoofdstad ontwerpen. Daarvoor had Van Eyck de tijdgeest mee. Het besef dat kinderen licht, lucht en ruimte nodig hebben en het pleidooi voor een meer ontspannen manier van opvoeden, zoals bepleit door de Amerikaanse kinderarts Spock, gaf hem letterlijk de ruimte om speelplaatsen in te richten. Zijn ontwerpen bevatten telkens vaste elementen. Zandbakken waren van beton, met in de bak zelf enkele ronde betonnen speeltafels. Zijn klimrekken werden uitgevoerd in aluminium, nadat bleek dat staal ging roesten. Opvallend waren vooral aluminium klimkoepels in iglovorm. Van Eyck vond het belangrijk dat ouders betrokken werden bij het spel van hun kinderen. Daarom plaatste hij altijd zitbankjes rondom de speelplaats.



Generaties kinderen zijn groot geworden met zijn speeltoestellen, die door heel Nederland werd geplaatst. Tegenwoordig zijn er van de 860 speelplaatsen nog maar enkele overgebleven. In de Amsterdamse wijk Slotervaart werd in het ‘Speelruimteplan 2009’ gesteld dat Van Eycks speelplaats moet worden gehandhaafd als ‘cultuurhistorisch monument.’ En ook het Rijksmuseum wil graag een object van Van Eyck verwerven voor de collectie Nederlandse geschiedenis.



Attractiebesluit


Hoorde een bult of een gat in je knie vroeger gewoon bij de totale speelervaring, gaandeweg kreeg veiligheid in de speeltuin meer aandacht. Het aantal ongevallen nam toe en daar kwam in de media ook veel aandacht voor. De ongevallen hadden te maken met achterstallig onderhoud bij speeltuinen, vooral bij die die in de jaren zeventig opnieuw houten speeltoestellen hadden aangeschaft. Deze speeltoestellen waren kwetsbaarder dan die van aluminium. De Stichting Consument en Veiligheid trok aan de bel en ook in Den Haag kwam men tot het besef dat er iets moest gebeuren om de toename van ongevallen tegen te gaan. In 1997 werd het Attractiebesluit ingevoerd, waarbij de Keuringsdienst van Waren controles moest gaan uitvoeren in speeltuinen.


Voortaan moesten speeltoestellen voldoen aan strenge veiligheidseisen. Glijbanen moesten bijvoorbeeld horizontaal beginnen en eindigen. Ook werden hekken geplaatst om schommels om botsingen te voorkomen. Probleem voor veel speeltuinverenigingen was dat zij voor de noodzakelijke vervanging van speeltoestellen geen geld hadden. Bedragen van 100.000 gulden waren gangbaar en dat geld kon niet of nauwelijks worden opgehoest. Dat leidde soms tot sluiting van speeltuinen maar vooral tot lege plekken.


Toch is het aantal ernstige ongevallen verminderd, met dank aan de vele verbeteringen aan speeltoestellen en de ondergrond van speeltuinen. En zo zijn de 950 speeltuinverenigingen en de vele speelplaatsen toch weer de veilige plek geworden waar onze kinderen naar hartenlust kunnen schommelen en klimmen.

The Lawspeaker
04-02-2012, 12:17 AM
Geweten in de oorlog (http://www.geschiedenis24.nl/andere-tijden/afleveringen/2011-2012/Geweten-in-de-oorlog.html)



http://www.geschiedenis24.nl/.imaging/stk/geschiedenis/photo-float/media/geschiedenis/andere-tijden/2012/maart/foto4/original/foto3.JPG
Een politieagent bekeurt op de Vijzelgracht een jongen, 1942Stadsarchief Amsterdam



Tijdens de bezetting ging het dagelijks leven gewoon door. Het gros der Nederlanders kon zonder veel morele obstakels blijven doorwerken in hun normale professie. Maar wat moesten degenen doen die een baan bekleedden waarmee zij gaandeweg, direct of indirect, een schakel werden in de Jodenvervolging?

In ‘Geweten in de Oorlog’ zijn vier Nederlanders aan het woord die worstelden met dit loodzware dilemma en de flinterdunne scheidslijn tussen toekijken en deelnemen: een politieman, een marechaussee, een spoorbeambte en een joodse jurist op de afdeling ‘arierverklaringen’ in Westerbork. Andere Tijden: zondag 1 april om 21.15 op Nederland 2.



Correct gedrag


Wie aan oorlog denkt, denkt aan bommen en granaten, gewapende confrontaties, chaos en paniek, en gewonden en doden op straat. Maar dat is natuurlijk maar een momentopname. Voor het merendeel gaat het dagelijks leven in oorlogsgebieden gewoon door. En ook al spreken we altijd over ‘de Tweede Wereldoorlog 1940-1945’: in Nederland duurde de oorlog officieel maar 5 dagen, en daarna werd het een bezetting van 5 jaar.

Het eerste jaar van de Duitse bezetting bracht relatief weinig verschil in het leven van alledag. Hier en daar was zelfs een zekere opluchting te bespeuren: ook al was men anti-nazi en ook al betekende de bezetting een flinke emotionele dreun, de gevolgen leken mee te vallen. Henri de Meeuw, zelf Joods, kon zich herinneren: “De stemming onder ons was natuurlijk slecht, want de Duitsers waren vijanden voor ons. Maar in het eerste jaar gedroegen zij zich zeer correct. Bij ons was een Duitse officier ingekwartierd. Daar kon je gewoon een gesprek mee voeren.”



Gekookte kikkers


In dit gevoel van ‘het valt wel mee’ komt pas verandering als de eerste anti-Joodse maatregelen geleidelijk worden ingevoerd. En dan nog duurt het een tijd voordat verbazing over de toenemende uitsluiting van de Joodse bevolking omslaat in gevoelens van ongemak en tenslotte verzet. Het is het verschijnsel van de gekookte kikker. Een kikker die in een pan kokend water wordt gegooid, weet niet hoe snel hij er uit moet springen. Maar een kikker die in een pan koud water langzaam gekookt wordt, zal blijven zitten tot hij dood is.

Doorwerken in de bezettingsjaren was uiteraard een volkomen normaal en onbesmet gegeven. Voor een bakker of een tandartsassistente was de keuze ook niet ingewikkeld. Zij konden zonder morele obstakels doorgaan met hun werk. Maar wat als je de ‘pech’ had om een beroep uit te oefenen waarin je gaandeweg de bezetting door de nazi’s werd ingezet bij de jodenvervolging, zoals een politieman, marechaussee of treinemployee? Had de koningin zelf vanuit Londen niet aan het begin van de bezetting opgeroepen ‘de orde te bewaren’? Zij wenste daarbij dat ‘alle departementen van algemeen bestuur, bestuur van provincies en gemeenten de bevoegdheden blijven volgen om de noodzakelijke voorzieningen in de behoeften van de bevolking te waarborgen.’



Een oogje dichtknijpen




http://www.geschiedenis24.nl/.imaging/stk/geschiedenis/photo-float/media/geschiedenis/andere-tijden/2012/april/foto1/original/foto1.JPG

Arrestatie van een man wegens vermeende belediging van het nationaal-socialisme, 1942
Stadsarchief Amsterdam


Ieder op zijn eigen manier probeerde de slachtoffers van de bezetting enigzins ter wille te zijn. Bijvoorbeeld, als politieagent, door een oogje dicht te knijpen als een zwarthandelaar met een verboden vrachtje betrapt werd of door een op handen zijnde razzia te laten uitlekken. Of door als marechaussee een andere kant op te kijken tijdens het bewaken van joodse kampbewoners in de hoop dat iemand de kans zou aangrijpen om te vluchten. Daarmee hadden ze in ieder geval voor zichzelf het gevoel dat ze hun best deden om mensen een kans te geven te ontkomen.

En wat te denken van Joodse burgers zelf, die aan deportatie konden ontkomen door een post te bekleden waarmee hun verblijf in Nederland veilig werd gesteld? Zij konden in deze banen ook medemensen helpen door te sjoemelen met papieren, of door, zoals in het geval van Henri de Meeuw, aan te dringen op het afgeven van arierverklaringen aan Joodse burgers die in Westerbork terecht waren gekomen, om hen zo te behoeden voor transport. Dat kon niet al te vaak, want dan zouden ze zelf door de mand vallen, maar het kon wel af en toe. De transportlijsten naar de ondergang (1000 per week) werden er niet korter door. Maar individuele lotgenoten konden zo wel (tijdelijk) gered worden.


Ik bij en ik keek ernaar





http://www.geschiedenis24.nl/.imaging/stk/geschiedenis/photo-float/media/geschiedenis/andere-tijden/2012/april/foto2/original/foto2.JPG


Het afvoeren van arrestanten uit politiebureau Nieuwe Doelenstraat te Amsterdam, 1942
Stadsarchief Amsterdam


Het is opvallend hoe de geïnterviewden hun eigen rol minimaliseren. Het feit dat de aanwezigheid van henzelf in hun uniform al genoeg zou kunnen zijn om mensen in het gareel te houden, ontgaat hen daarbij. Cor, die als marechaussee in kamp Westerbork de bewaking moest uitvoeren: “Die ordehandhaving was een wassen neus. Want die joden hoefde je niet tot de orde te roepen, die waren allemaal netjes, eerlijk en lijdzaam. Dus daar had je geen werk mee.”

En Cees meent dat de Joodse familie die hij midden in de nacht van hun bed heeft moeten lichten om ze op transport te stellen, het hem niet kwalijk nam: “Die mensen waren heel aardig voor mij. Het was helemaal niet van ‘een agent die ons van huis gehaald heeft’. Want ik had er niets mee te maken, en dat wisten zij. [...] Ik stond er bij, en ik keer er naar. Met pijn in mijn hart.” En alle geïnterviewden leefden in de veronderstelling, dat zij zelf gevaar liepen als zij niet meewerkten. Werkweigering of ontslag waren niet zo gemakkelijk, de angst zelf daardoor in de problemen te komen was groot, en er was een gezin te onderhouden. Ook onbekendheid met het lot dat de op transport gestelden te wachten stond, maakte dat mensen deel bleven uitmaken van de keten.



Taboe


In de loop van 1943 bereiken verhalen over vernietingskampen en gaskamers ook Nederland. De geruchten zijn zo weerzinwekkend, dat eigenlijk niemand er met zijn verstand bij kan. Het zou zo maar een vreemd soort anti-propaganda kunnen zijn. Net zoals de Nazi’s beweerden dat Joden baby’s opaten, wat natuurlijk onzin was, zo zou dit ook best onzin kunnen zijn. Ze zeiden zo veel. Maar toch heerste de twijfel. Want wat gebeurde er dan precies met al die Joden die naar ‘werkkampen’ werden gestuurd, via Westerbork naar Polen, zonder eten, zonder drinken, zonder bagage? En moesten de baby’s in rieten mandjes en oudjes van 83 jaar daar dan ook gaan werken?

Die gedachte heerste wel. Maar de conclusies waren toch te ingewikkeld. En als het weten onvermijdelijk was, dan was het het beste om er niet te lang over na te denken. Klaas, spoorbeambte: “ [...] Als je er nu achteraf naar kijkt, dan lijkt het net of het een taboe geweest is voor de mensen. Je sprak er niet over. Je deed je werk en dan ging je naar huis.”




Gruwelijk dilemma


Het is makkelijk te oordelen, nu 60 jaar later, ‘met de kennis van nu’. De mensen wisten niet of wilden niet weten. En wie wel wist, wilde de consequenties niet aanvaarden. Het gruwelijke dilemma waar zij in die jaren mee hebben geworsteld, heeft de meesten jarenlang achtervolgd. Wie nu de verhalen beluistert, zal denken: ‘jaja’. Maar het is oneindig veel moeilijker om te bedenken: ‘wat zou ik zelf hebben gedaan?’