PDA

View Full Version : Islam/islamisme – twee kanten van dezelfde medaille



The Lawspeaker
05-23-2009, 04:59 PM
Islam/islamisme – twee kanten van dezelfde medaille (1) (http://www.hetvrijevolk.com/?pagina=8446)

http://www.hetvrijevolk.com/files/users/ejbron/gouden_medaille.jpg

E.J. Bron 16 mei 2009

In tijden van voortdurende wereldwijde terreur, uitgeoefend in de naam van Allah, vraagt de niet-islamitische wereld zich af of de islam in zijn tendens eerder vredelievend is of een uitzondering vormt binnen de overige, zoveel mogelijk vredelievende grote godsdiensten.

In de hoop dit dubbelzinnige fenomeen islam te kunnen begrijpen en er vat op te kunnen krijgen, nemen de intellectuele elites hun toevlucht tot een hulpconstructie waarbij ze de islam in een vredelievende tak ”gematigde” moslims en een ”fundamentalistische” respectievelijk ”terroristische” tak indelen. De eerste tak noemen ze ”islam”, de tweede ”islamisme”. Maar dit onderscheid is kunstmatig gecreëerd en ontkent het feit dat islam en islamisme niets anders zijn dan de verschillende kanten van één en dezelfde medaille.

Het dilemma

Onze wereld heeft een echt dilemma: er bestaat een religie met de naam islam, die zichzelf als de ”religie van de vrede” omschrijft. Maar al langer dan tien jaar wordt het merendeel van alle wereldwijde terroristische aanslagen in naam van die islam, van die ”vredesreligie” uitgevoerd. Het aantal terreuraanslagen overtreft wat betreft kwantiteit en kwaliteit veruit alles wat men uit de 20e eeuw van linkse en rechtse terreurgroepen gewend was en is intussen nauwelijks nog te overzien: hij loopt in de tienduizenden – en een einde is nog niet in zicht.

Hoe kan een vredesreligie echter al deze terreur begaan, vraagt de wereld zich af? Met verbazing neemt de wereld waar dat die terroristen zich kleden als moslims, dat zij zich gedragen als moslims, dat zij zichzelf als moslims beschouwen en dat ze hun moorden meestal begaan met een Allahu Akbar! – God is groot! – op de lippen en de koran in handen. Onze wereld stelt net zo verbaasd vast, dat alle terroristen uit het hart van de islamitische volkeren zelf stammen en niet bijvoorbeeld uit landen die zichzelf ”islamitische landen” of iets dergelijks noemen – en die er ook geenszins op staan ideologisch strikt te worden onderscheiden van de vredelievende landen van de islam.

Men kan die terroristische moslims dus noch aan hun uiterlijk noch aan hun alledaagse handelingen als zodanig herkennen en blijkbaar lukt dit ook de ”gematigde” moslims niet. Hoe zijn anders de reacties na een terroristische aanslag te verklaren waarin de ”gematigde” moslims regelmatig met verbazing vaststellen dat zij de terrorist heel goed gekend en met hem regelmatig in dezelfde moskee gebeden hebben? En toch: met terroristen zou men niets te maken hebben, verneemt de wereld hardnekkig uit de monden van gematigde moslims. En daarmee heeft de wereld nog een dilemma: als dit echt zo zou zijn, dan is de vraag: waar blijven dan de wereldwijde massale protesten van de meerderheid van de moslims die zichzelf als vredelievend omschrijven?

De elites van de westerse wereld lijken het probleem herkend en op een bepaalde manier ook afgebakend te hebben: in hun wijsheid onderscheiden ze de vredelievende moslims van de niet vredelievende. De eerste rekenen ze tot de islam. De laatste rekenen ze tot het islamisme. Islamisten, zo benadrukt de elite, zouden fanatici zijn die hun eigen religie verkeerd zouden hebben begrepen.

Maar waar precies de scheidslijn tussen beide takken van de islam ligt, waar precies dus de goede islam zich onderscheidt van het kwade islamisme, dat kunnen ook zij niet precies aangeven. Net zomin als de gematigde moslims, die net doen alsof de islamisten niets met hen te maken zouden hebben.

Bestaat er een ”geheime islam” voor islamisten?

Wie islamisten en terroristen wil begrijpen, moet de islam en zijn beide belangrijkste zuilen koran en Mohammed begrijpen. Die zal begrijpen waarom het islamisme de ander kant van de medaille genaamd islam is. Islam en islamisme zijn geen ongelijksoortige stromingen van een religie waarbij de ene vredelievend en de andere terroristisch is, zoals de meerderheid van de westerlingen gelooft. De islamwetenschapper en uitgever van de ”Internationale encyclopedie van de islam”, Hans-Peter Raddatz, schrijft hierover:

De islamitische zienswijze stelt geen misbruik van de islam voor, zoals vaak abusievelijk wordt beweerd, maar hij is afkomstig uit een lange traditie extreme (religieuze) intolerantie.

Ook de islamwetenschapper Tilman Nagel benadrukt dat het onderscheiden tussen islam en islamisme ”zonder kenniswaarde” zou zijn. Dit betekent in duidelijke taal: zelfs wanneer er een onderscheid zou bestaan, zou die dusdanig marginaal zijn dat hieruit geen kennis naar voren komt die anders zou luiden dan wanneer men islam en islamisme van tevoren met elkaar gelijkstelt. Islam en islamisme zijn daarom ook in de ogen van Tilman Nagel identiek.

Gematigde moslims en ”islamisten” bezoeken dezelfde moskeeën. Ze lezen dezelfde koran en ze vereren ook dezelfde Mohammed. Er bestaan geen goede soera’s voor ”vredelievende” moslims aan de ene – en kwade soera’s voor ”islamistische” moslims aan de andere kant. Net zomin als er een goede Mohammed voor ”vredelievende” en een kwade Mohammed voor ”islamistische” moslims bestaat. Er bestaat slechts één Mohammed, wiens woorden en daden tot op de komma precies staan beschreven in de Hadith; de overleveringen van de woorden, daden, goedkeuringen, afkeuringen en aanbevelingen van de profeet. Deze Hadith is in zijn oorspronkelijke tekst zowel toegankelijk voor de ”gematigde” als de ”fundamentalistische” moslims – en er bestaat alleen deze ene Hadith. Want net zomin als er een geheime koran bestaat, bestaat er ook geen geheime Hadith.

Men zou dit alles namelijk kunnen gaan vermoeden als mens naar westerse goedbedoelende mensen en ”goedmenschen” luistert, die niet moe worden om de islam in twee delen te splitsen: islam versus islamisme. Goede islam versus kwade islam. Al die ”goedmenschen” waren echter tot nu toe niet in staat om een scheidslijn aan te geven waar de ene islamversie zich duidelijk en ondubbelzinnig onderscheidt van de andere. Pogingen om dit te doen bestaan er genoeg. Men zou, zo geloven ze, de goede moslim van de kwade kunnen onderscheiden aan hun gedrag en uiterlijk: wie braaf naar de moskee gaat en bidt, wie over een goed karakter beschikt, ook tegenover ”ongelovigen” vredelievend is, wie niet stiekem bommen in elkaar knutselt en in de westerse maatschappij geïntegreerd is, die geldt als gematigde, goede moslim. Wie echter met een golvende baard rondloopt, de koran steeds bij de hand heeft en stiekem bommen in elkaar knutselt, die zelfs terreuraanslagen plant of ze zelf heeft uitgevoerd, wie zich van ”ongelovigen” afzondert en een duistere natuur heeft, die rekent men eerder tot de kwade moslims – de ”islamisten”.

Maar bij nader inzien is snel duidelijk dat dit een vooroordeel is dat weinig overeenkomst heeft met de realiteit. Mohammed Atta bijvoorbeeld, de leider van de aanslagen van 11 september 2001, was westers opgevoed en droeg geen baard. Hij was veel meer een schuchtere, onopvallende, in ieder geval echter hoffelijke jonge man. Zo wordt hij door iedereen beschreven die hem kenden, ook door zijn Duitse professoren en zijn Duitse huisbazen. En toch plande hij in koelen bloede een ongekende massamoord op 3000 burgers, die hij en zijn medestrijders als vijanden van de islam hadden bestempeld. Omgekeerd bestaan er vele duister uitziende baard dragende moslims die men alles zou toevertrouwen – en die desondanks een vriendelijke en onschuldige natuur hebben.

Aan de buitenkant herkent men islamisten dus niet. En zoals we bij Mohammed Atta zien ook niet aan hun karakter. Dus herkent men ze aan hun daden? Is dus diegene die met bommen gooit een ”islamist” – en eentje die dat niet doet ”gematigd”? Ook deze aanname blijkt de verkeerde weg te zijn. De belangrijkste islamisten hebben zelf nooit een bom gemaakt. Dat laten ze door het voetvolk doen. Ook Hitler heeft immers ook nooit zelf gedood – hij heeft laten doden. Vaak bekleden ”islamisten” hoge functies, zijn voorzitters van islamverenigingen of adviseurs van westerse regeringen wat betreft de islam en staan dus in het midden van die islamitische wereld die als ”gematigd” wordt beschouwd. Ze dragen de gewaden van imams of ayatollahs, hebben burgerlijke beroepen zoals rechters, wetenschappers, schrijvers of politici. Ze hebben een voortreffelijke hoffelijke en geciviliseerde omgangstoon, slaan hun vrouwen niet of slechts zelden en gaan in geen geval zo vaak naar de moskee als ze eigenlijk zouden moeten. En toch gaat het om ”islamisten”, die in hun handige simuleren van vredelievendheid, dialoog- en compromisbereidheid aanzienlijke successen behalen – en die multiculti-aanhangers er in hele scharen laten intuinen. Die aangepaste, gematigd overkomende geestelijke leiders van het islamisme zijn echter wezenlijk gevaarlijk dan bommen ooit kunnen zijn. Ze beweren allemaal de ware, de ongefilterde islam te vertegenwoordigen. En daadwerkelijk kennen ze de soera’s tot in detail, net zoals ze Mohammeds leven en uitspraken tot in detail hebben bestudeerd. En daarom doen ze alles om de doelen van de profeet en de inhouden van de soera’s onvervalst en detailgetrouw om te zetten. En als het moet ook met terreur, zoals door Allah op talrijke plaatsen in de koran werd bevolen:

Soera 2, vers 216 – soera 8, vers 59,60 – soera 9, vers 5 – soera 9.123 – soera 47, 4-5 – soera 8, vers 12 – soera 8, vers 39 – soera 8, vers 55 – soera 5, vers 17 – soera 9, vers 123 – soera 5, vers 51

Dit is slechts een fractie van citaten uit de koran – dat heilige boek, dat in de ogen van de moslims Allah’s gesproken woord zelf bevat (verbale inspiratie) – waarin hij zijn gelovigen op niet mis te verstane wijze oproept om te vechten tegen de ”ongelovigen” van deze wereld tot hun uiteindelijke vernietiging.

”Islamisten” en ”gematigde” moslims gaan dus dagelijks met elkaar om, ze kennen elkaar, zijn vrienden van elkaar, wisselen met elkaar van gedachten, ook over religieuze zaken. Vaak zijn ze afkomstig uit dezelfde familie, hadden ze dezelfde opvoeding. Tegen de gangbare mening in zijn ”islamisten” zelden arm of onopgeleid. Maar het wordt nog onduidelijker: zelfs bij één en dezelfde persoon kan de toestand ”islamist” respectievelijk ”gematigde” moslim veranderen – en dit zelfs meerdere keren in zijn leven. Een ”islamistische” Ibrahim kan een ”gematigde” Ibrahim worden – en omgekeerd – en in uitzonderingsgevallen zelfs meerdere keren tijdens zijn leven.

De vragen

Als de ”gematigde” islam inderdaad zo fundamenteel verschilt van het ”islamisme”, zoals westerlingen denken, dan kun je automatisch de volgende vragen stellen:

ØWaarom protesteren er niet dag in dag uit miljoenen als gematigd bekend staande moslims in hun landen en in de steden van de rest van de wereld tegen die ”islamisten” die blijkbaar de leer van de islam zo verkeerd hebben begrepen en daarmee het aanzien van hun zogenaamd toch vreedzame religie besmeuren?
ØWaarom organiseren gematigde moslims niet eenzelfde soort grote demonstraties, zoals we die in verband met de publicatie van de Mohammed-karikaturen hebben gezien, waar ze zich op affiches en spandoeken helder en duidelijk van de islamisten distantiëren?
ØWaarom worden er van de kant van de islamitische intellectuelen geen boeken uitgegeven waarin ze voor iedereen het verschil tussen de goede en de kwade islam begrijpelijk uitleggen?
ØWaarom zenden islamitische televisiezenders niet dag en nacht reportages over de islam en talkshows met islamdeskundigen uit waarin ze zo’n duidelijk verschil maken tussen de islam en het islamisme dat iedereen het kan begrijpen?
ØWaarom worden er bijna nooit doodsfatwa’s tegen ”islamisten” als ze, zoals beweerd wordt, daadwerkelijk vijanden van de islam zouden zijn?
ØWaarom keren de voorbidders in de moskeeën van de wereld zich niet uit alle macht tegen die ”islamisten”, die toch blijkbaar de koran helemaal verkeerd interpreteren?
ØWaarom bewijzen ze in hun preken en interviews, in hun artikelen en boeken niet dat de koran en Mohammed terreur en moord verbieden – en wel principieel verbieden?
ØWaarom worden ”islamisten” niet uit de oemma, de gemeenschap van alle islamitische gelovigen, van de islam verbannen?

Het antwoord: de leiders van de ”gematigde” islam doen dat allemaal niet, omdat ze het niet kunnen doen. Ze weten immers dat de ”islamisten” de koran veel beter kennen dan de rest van de moslims – en dat de ”islamisten” uiteindelijk precies datgene willen omzetten wat de koran hen voorschrijft en wat Mohammed hen zelf heeft voorgeleefd. Dat zij – om een lang verhaal kort te maken – de meest gelovige en meest vrome binnen de islamitische oemma zijn.

De enige reëel bestaande scheidslijn tussen islam en islamisme is die in de hoofden van vrede- en harmoniezuchtige westerlingen, die niet kunnen geloven en begrijpen dat er onder de gevestigde wereldreligies een religie bestaat die buiten het kader valt en daarmee de zo gevreesde uitzondering vormt. Ze hebben een dusdanige enorme angst voor de consequenties van zo’n gedachte, dat ze hun ogen krampachtig voor de realiteit gesloten houden.

De terreur komt uit het hart van de islam

Want d eislam is in werkelijkheid een theocratisch totalitarisme met schriftelijk vastgelegde aanspraak op wereldheerschappij. Pas wanneer de wereld – volgens het stellige geloof van de islam – volkomen islamitisch geworden is kan en zal eeuwige vrede heersen (dar a-Islam). En als er voor het bereiken van deze eindtoestand bloedige terreur tegen de ongelovigen van deze wereld nodig zou moeten zijn, dan moet deze terreur gewoon plaatsvinden – die vindt immers plaats met het doel van een eeuwige wereldvrede onder de vlag van de islam: het hoogste doel van deze ”religie van de vrede” is de heerschappij over de wereld.

Hoe vreselijk het voor een normaal mens is om te wennen aan deze gedachte – nog erger zullen de consequenties zijn om het niet te doen. Maar het bevel tot het verkrijgen van de wereldheerschappij is van Allah zelf afkomstig en kan in de koran door iedereen worden gelezen:

Soera 48, vers 28: ”Hij is Degene Die Boodschappers met de Leiding en de ware godsdienst (de islam) heeft gezonden om deze over alle godsdiensten te doen zegevieren En Allah is voldoende als Getuige.”

Ontelbare moslims hebben deze opdracht tot wereldverovering benadrukt in openbare toespraken in het verleden en het heden. In talloze geschriften van de islam en boeken over de islam kan men dat lezen. Moslims weten dat deze opdracht tot wereldheerschappij bestaat en dat hun religie hen gebiedt deze ook uit te voeren. De opdracht tot de Jihad, de oorlog tegen de ”ongelovigen” van deze wereld, zou ”niet mis te verstaan en dwingend” zijn, voerde onlangs bijvoorbeeld sjeik Omar al-Bakri in zijn reactie op de beroemd geworden pauselijke Regensburger preek aan, en bevestigde de ”ongelovige” paus dat hij onbewust iets goeds gezegd te hebben:

”Ja, de dwang om de islam als politieke orde door te zetten bestaat – net zoals de legers van de islam delen van het Romeinse en het Perzische rijk hebben veroverd.”
Deze opdracht zou vanzelfsprekend offensief zijn, volhardt sjeik Bakri: ”Laat jullie niets wijsmaken.” Het Dar al-Harb, het huis van de oorlog, verovert de islam ”met het zwaard en niet met de gedachten.” (sjeik Omar al-Bakri in een preek in Tripolis).

Geen op zichzelf staande mening, zoals westerse goedbedoelende mensen meestal vermoeden. Al-Bakri schetst oprecht, zonder de gebruikelijke taqiyya-tactiek, het uiteindelijke doel van zijn religie. Ook wereldlijke moslims denken niet anders. Laten we hiervoor een luisteren naar een paar stemmen:

”Datgene, waarmee sultan Süleyman met de belegering van Wenen in 1683 is begonnen, zullen wij via de inwoners, met onze krachtige mannen en gezonde vrouwen, realiseren.” (De Duits-Turkse Vural Öger – Öger-Tours – die voor de Duitse SPD in het Europese Parlement zit, tijdens een etentje met zijn Turkse vrienden van de grootste Turkse krant ”Hürriyet”).

”Het is ons doel om wortel te slaan op het Europese continent en daar rustig en volgens de wetten te leven, zodat op zekere dag wellicht heel Europa islamitisch is.” (Necmettin Erbakan, voormalig Turks minister-president, de voorganger van Erdoğan).

”Ons doel is de wereldheerschappij van de islam!”. (De uit Turkije afkomstige ”Kalief van Keulen”).

”De islamitische beweging moet de macht in de staat grijpen, zodra zij moreel en getalsmatig zo sterk is dat ze de bestaande niet-islamitische macht ten val kan brengen en een islamitische macht kan stichten.” (De Bosnische president A. Izetbegovic).

”Het ligt in de aard van de islam te heersen en niet beheerst te worden, zijn wetten aan alle naties op te dringen en zijn macht over de hele planeet uit te breiden.” (Hassan al-Banna, de oprichter van de Moslimbroederschap).

Zulke uitingen zijn zo talrijk, dat je er hele boeken zou mee kunnen volschrijven. Voor het hoofddoel wereldheerschappij is voor de islam ieder middel heilig, ook het doden van onschuldige mensen. De islamwetenschapper Hans-Peter Raddatz schrijft daarover:

Iedere moslim heeft het recht om niet-moslims te doden als ze schuld op zich laden door de islam af te wijzen en zich zelfs te verzetten tegen diens uitbreiding.

Wie de islam en zijn doelen wil kennen, die kan dat ook. Hij hoeft zich alleen maar bezig te houden met de bronteksten van deze religie, hoe moeilijk dat ook mag zijn. Al meer dan 200 jaar geleden was de grootste Verlichter van Frankrijk, Voltaire, ondanks de in vergelijking met de huidige tijd zeer armoedige informatiesituatie, veel beter geïnformeerd over het ware karakter van de islam dan de meeste westerse intellectuelen, publicisten en journalisten nu. Met betrekking tot de islam vroeg hij zich destijds al af:

Wat moet je een mens antwoorden die tegen je zegt dat hij liever God dan de mensen zou gehoorzamen en die gelooft in de hemel te komen als hij iemand wurgt?

”Islamisten” onderscheiden zich dus vooral van ”gematigde” moslims door de koran en de Ahadith letterlijk te nemen en zich zin voor zin aan de aanwijzingen van Mohammed en Allah te houden. Ze zijn daarmee de meer gelovige variant van de islamitisch veeleer onopgeleide ”gematigde” moslims en hen in hun handelen en de motivering van hun doen steeds een stapje vooruit. Want in tegenstelling tot niet helemaal koran- en Mohammed-vaste doorsnee gelovigen kunnen ”islamisten” hun positie steeds exact op de heilige teksten van hun religie baseren en konden zij zich daarom met een beroep op de originele bronnen van de islam tegenover alle hervormende krachten uiteindelijk altijd handhaven. Op grond van deze korankennis hadden de radicaalislamitische krachten het daarom altijd voor het zeggen, als men de 1400-jarige geschiedenis van de islam in haar totaliteit bekijkt en niet alleen naar korte ”liberalere” periodes die er ook zijn geweest. Het onderscheiden tussen islam en islamisme is onislamitisch en kan voor de werkelijkheid niet bestaan. De islamkenner Eberhard Troeger schrijft daarover:

Het is een beperkte zienswijze om alleen de ”radicale” moslims islamisten te noemen. Radicale islamisten zijn er aan te herkennen dat zij hun doelen zo snel mogelijk willen bereiken, terwijl gematigde islamisten een lange adem hebben en gebruikmaken van veelzijdige strategieën om de islam door te drijven. Zij zijn met hun ideologische gedachten en doelen vaak niet direct te herkennen.

Islam en islamisme zijn identiek. ”De terreur komt uit het hart van de islam”, benadrukt ook de Turkse schrijver Zafer Senocak, die zich gedurende zijn leven met zijn religie heeft beziggehouden. Wie dit niet begrijpt, heeft geen kans om zich ook maar in beginsel effectief te verzetten tegen dit wereldbedreigende totalitarisme. Wie dit niet begrijpt, zal ook zinnen als de volgende nooit echt begrijpen:

”Volgens de koran is het in orde om terrorist te zijn! Volgens de koran is het een plicht om ongelovigen te vermoorden!” (Reda Seyam, 45, Egyptenaar, de van voorkennis betreffende de aanslagen op Bali verdachte moslim met een Duits paspoort).

”De islam moet de wereld regeren – en zolang hij dat niet doet, zullen wij aanhoudend ons leven daarvoor opofferen!” (Al-Badr woordvoerder Mustaq Aksari).

”Slacht ze af!” (Hamas over joden).

De lijst van zulke en gelijksoortige citaten zou naar believen langer gemaakt kunnen worden. Eén ding is voor iedere islamkenner (en iedere islamgeleerde) echter duidelijk: de uitspraken van de hierboven geciteerde personen zijn geen hersenspinsels van abnormale islamitische persoonlijkheden die de islam niet ”goed” begrepen hebben, zoals westerlingen graag doen voorkomen. Die uitspraken geven de kern van de boodschap en de doelen van de islam exact weer en dat verklaart waarom zij van geen enkele islamitische kant, ook niet door Europese islamitische verenigingen, tegengesproken worden of ooit tegengesproken werden.
De Franse filosoof Blaise Pascal vat het fundamentele verschil tussen de islam en andere religies kort en precies samen:

”Jezus liet zich vermoorden; Mohammed liet moorden.”


Islam/islamisme – twee kanten van dezelfde medaille (http://www.hetvrijevolk.com/?pagina=8483) (2)

http://www.hetvrijevolk.com/files/users/ejbron/gouden_medaille.jpg

E.J. Bron 23 mei 2009

Westerse intellectuelen, voor zover deze zich niet intensief en professioneel met de islam hebben beziggehouden, maken doorgaans de fout dat zij hun persoonlijke basiskennis via hun eigen religie (bijvoorbeeld het christendom) in analogische overeenstemming op de islam overdragen. (Deel 1 van het artikel geplaatst op 16 mei)

Deze transfer mag dan in wezenlijke punten passen bij de meeste grote religies (vredelievendheid, verbod om te doden), is echter wat de islam betreft fundamenteel fout en uiteindelijk fataal. Want de islam is uniek wat betreft zijn universele politieke heerschappijaanspraak.

Mohammed was niet alleen stichter van een religie, maar tegelijkertijd staatsman, veroveraar, rechter en opdrachtgever van talrijke moorden op zijn critici. Mohammed was een profeet die talrijke aanvalsoorlogen voerde, karavanen liet beroven, lustslavinnen hield en zijn tegenstanders al tijdens zijn leven genadeloos liet vermoorden. De uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht lagen allemaal en tegelijkertijd in zijn handen – een machtenscheiding zoals in de westerse landen is de islam daarom tot op de dag van vandaag helemaal vreemd. In principe handelde Mohammed destijds dus niet anders dan de islamisten nu en dienovereenkomstig verwijzen ze bij hun terreur altijd en onweerlegbaar naar de profeet en diens terroristische handelingen zelf.

Toch zijn de van de kant van de ”islamisten” begane gewelddadigheden in de historische totaliteit veel geringer dan de gewelddadigheden die structureel in naam van de ”gematigde” islam al 1400 jaar lang iedere dag worden begaan: alleen al de slachtoffers van zogenaamde “eermoorden”, die zo goed als uitsluitend in de landen van de islam (en ook in de westerse landen bijna alleen maar door moslims) worden gepleegd, overtreffen met het aantal van 5000 doden jaarlijks (VN-schatting) veruit de jaarlijkse slachtoffers van de kant van de ”islamistische” terreurdaden. Daarbij komen de slachtoffers van de dagelijkse mensenrechtenvijandige shariapraktijk (stenigingen, ophangingen, straffen met zweepslagen), de talrijke zelfmoorden die op rekening van de gedwongen huwelijken komen – en wat dies meer zij. De in de naam van de ”gematigde” islam structureel begane dagelijkse zijdelingse schade als resultaat van een middeleeuwsbarbaarse rechtsopvatting (sharia), een vrouwendiscriminatie van historische omvang (apartheid van de geslachten), een tot op de dag van vandaag gepraktiseerde slavernij, die in zijn totaliteit die van het westen veruit overtreft en een vervolging van ”ongelovigen” in de meeste landen van de islam stellen het aantal doden als gevolg van islamitische terreurdaden helemaal in de schaduw.

Hier is de paradoxie van de westerse politiek ten opzichte van de islam en het ”islamisme” te zien. De laatste wordt vooral met betrekking tot diens terreurdaden en het hoge aantal op zijn rekening komende aantal doden bestreden. Want zonder deze doden zou de wereld waarschijnlijk nauwelijks problemen hebben met een islamisme dat zich slechts ideologisch onderscheidt van de zogenaamde vredelievende islam – zoals bij de alevieten het geval is. Dus ondersteunt het westen de ”gematigde” islam in de veronderstelling dat van hem een geringere bedreiging voor het leven van mensen zou uitgaan. Zoals we echter hebben gezien is het precies omgekeerd.

Het enige wat de doden van de ”islam” van die van het ”islamisme” onderscheidt, is het volume waarmee het moorden plaatsvindt. ”Islamisten” zijn gericht op een zo groot mogelijke uitwerking van hun terroristische aanslagen in de media en geven daarom de voorkeur aan bom- en zelfmoordaanslagen die aanslaan bij het publiek. In de ”gematigde” islam gebeurt het moorden echter in alle stilte. Islamitische media laten niet graag de gruwelijke beelden van een steniging zien en ook niet echt graag hoe 14-jarige meisjes aan bouwkranen worden opgehangen, omdat ze de sharia hebben overtreden. En zo uitvoerig en graag westerse media over terreuraanslagen van de kant van de ”islamisten” berichten, zo laten ze bijna nooit foto’s en televisiebeelden zien waarin bijvoorbeeld de vrijdagse onthoofdingen of ledematenamputatie in Riad en andere islamitische landen zijn te zien. Die selectieve en ”politiek correcte” verslaggeving van westerse media heeft maatgevend bijgedragen aan de vertekende waarneming van de westerse landen wat betreft het ware gevaar van de islam en het islamisme – zolang men de kunstmatigheid van de scheiding van deze beide facetten van de grote religie islam nog niet heeft doorzien. Als het alleen om het aantal jaarlijkse doden gaat, zou het westen dus niet in de islam, maar in het islamisme investeren. Maar paradoxaal genoeg is precies het tegendeel het geval.

Over de rol van de vredelievende moslims in het systeem islam/islamisme

De afbakening islam versus islamisme is een westerse constructie, waar koranvaste moslims zich in de regel niet bij aansluiten. De Turkse krant Hürriyet citeert bijvoorbeeld de Turkse minister-president Erdoğan bij diens kritiek op de poging van het westen om Turkije voor te stellen als een representant van de ”gematigde” islam als volgt:

”Het is niet acceptabel voor ons in te stemmen met zo’n definitie. Turkije was nooit een land dat zo’n concept vertegenwoordigd zou hebben. Bovendien kan de islam niet als gematigd of niet gematigd worden ingedeeld.”

In duidelijke taal betekent dit: er bestaat geen gematigde of niet gematigde islam. Islam is islam. Basta! Men mag echter niet de fout begaan de islam met moslims gelijk te stellen. Zonder twijfel bestaan er vele vredelievende moslims. Maar er bestaat gewoon geen vredelievende islam. De meeste moslims zijn zelf slachtoffer van de islamitische terreurideologie, in dit opzicht worden ook zij (vooral de vrouwen) van hun meest elementaire mensenrechten beroofd door de sharia. En alle moslims zijn gegijzelden van een religie die afvalligheid van de islam met de dood bestraft. Zij zijn echter daders wanneer ze de islamitische normen actief omzetten, zij het als imams, die door hun aan God gelijkstaande status in hun gemeenten profiteren, zij het als politici, die de sharia in actieve politiek omzetten, zij het als terroristen, die onschuldige mensen vermoorden en dit met de (bestaande) toestemming van hun religie motiveren.
Zo zag Winston Churchill het ook, die in een van zijn boeken schreef:

”Individuele moslims mogen dan grote kwaliteiten laten zien, maar de invloed van de religie verlamt de maatschappelijke ontwikkeling van diegenen die haar volgen. Er bestaat geen sterkere reactionaire kracht ter wereld. Ver ervan verwijderd gewijd te zijn aan de dood, is het mohammedanisme een militant en bekeerderig geloof. Het heeft al in Centraal-Afrika gestrooid, trekt bij iedere stap onverschrokken strijders aan en als het christendom niet in de sterke armen van de wetenschap geborgen zou zijn, de wetenschap waartegen hij (de islam) vergeefs heeft gevochten, dan zou de beschaving van het moderne Europa wellicht vallen, net zoals de beschaving van het oude Rome gevallen is.”

Die overwegingen die bij het onderscheiden van islam (als systeem) en de individuele moslims (als individu) gelden in de historische terugblik vanzelfsprekend ook voor de individuele Duitser tijdens de heerschappij van het nationaalsocialisme. Zonder twijfel bestonden er in die tijd ook talrijke vredelievende Duitsers. Maar er bestond op geen enkel moment een vredelievend nationaalsocialisme. En wat betreft de individuele Duitser: zo vredelievend hij persoonlijk ook geweest mag zijn: als de nationaalsocialistische staat hem naar het front riep, had hij deze roep maar te volgen – of hij werd tegen de muur gezet. De individuele ”vredelievende” Duitser droeg dus, ook al zou hij ten opzichte van de actieve nazi’s de absolute meerderheid gehad hebben, uiteindelijk door zijn passieve existentie net zo tot de functionaliteit en stabiliteit van het nationaalsocialistische systeem bij zoals de individuele ”vredelievende” moslim het systeem islam (en daarmee ook het ”islamisme”) altijd al willens en wetens of onopzettelijk heeft gesteund. Voor zover ze zich niet actief tegen hun systemen keren, zijn beide – de vredelievende Duitser en de vredelievende moslim – uit functioneel oogpunt in gelijke mate schuldig aan het bestaan van de onrechtsystemen waartoe ze behoren – of ze het nu willen inzien of niet.

Ondanks het feit dat deze vredelievende Duitsers tijdens de nationaalsocialistische tijd een duidelijke meerderheid hadden, maakte men echter destijds en vandaag geen onderscheid wat betreft het nationaalsocialisme in een ”gematigde” tak (wanneer men de vredelievende Duitsers voor ogen had) en een ”radicaalfundamentalistische” tak (wanneer men aan de terreur van SA, SS en de veroveringsoorlog van Hitler dacht). Maar precies aan deze verkeerde redenering zijn de meeste politici, intellectuelen en goedbedoelende mensen in het westen in het geval van de islam onderworpen en blijken zodoende de beste handlangers te zijn van dat totalitarisme dat zich al sinds zijn begin zo succesvol als religie camoufleert.

Van oudsher dodelijk: kritiek op de islam

Sinds de dagen van Mohammed worden islamcritici met de dood bedreigd. Dit is in overeenstemming met de geboden van de koran, die op meer dan 200 plaatsen zijn gelovigen opdracht geeft om niet-moslims te vermoorden. Mohammed gaf persoonlijk opdracht tot talloze moorden op ongewenste critici, onder wie ook op vrouwen zoals Asma bint Marwan uit Mekka die – terwijl ze haar kind de borst gaf – door de moordenaars van de ”profeet” werd vermoord. Op bevel van Mohammed werden ook de slavin Fartana en haar (onbekende) vriendin vermoord – samen met hun eigenaar Ibn Chatal. Ze hadden het gewaagd spotliedjes over de profeet te zingen.

Op die liquidaties in opdracht van Mohammed beroepen zich tot op de dag van vandaag alle islamitische geleerden als zij – zoals in het geval van Salman Rushdie of in het geval van de Mohammed-karikaturisten – zogenaamde doodsfatwa’s uitvaardigen. Voor kritiek van de kant van hun religie hoeven de moordenaars daarom niet bang te zijn. Integendeel: wie voor Allah en Mohammed moordt, geniet bijzonder veel aanzien in de oemma, de gemeenschap van de gelovigen van de islam. Ook hierin onderscheidt Mohammed zich van alle andere stichters van de grote wereldreligies: Boeddha en Jezus waren pacifistisch tot aan zelfverloochening toe. In tegenstelling tot hen was Mohammed een massamoordenaar die persoonlijk de dood van duizenden heeft veroorzaakt en in talrijke gevallen persoonlijk heeft bevolen. Hierbij kan herinnerd worden aan het lot van de joden van de stam Banu Kureiza: in het jaar 627 na Chr. liet Mohammed alle mannen van deze stam onthoofden. Volgens enkele bronnen zou Mohammed zelfs hoogstpersoonlijk hebben deelgenomen aan deze slachting. In totaal 700 mannen (andere bronnen berichten van meer dan 1000 mannen) werden het slachtoffer van dit islamitische slachtfeest. De vrouwen en kinderen, die werden gedwongen te kijken, werden tot slaaf gemaakt. Het vergrijp van de joden van de stam van Banu Kureiza: ze weigerden het bevel van Mohammed op te volgen om zich tot de islam te bekeren.

Voor zulke informatie echter werden de meeste moslims van de kant van hun religieuze leiders zorgvuldig afgeschermd en zij hebben daarom geen idee van het ware gezicht van hun religie en van hun als god vereerde profeet. Want de innerlijke kennisorganisatie van de islam is net als een ui opgebouwd: de buitenste schillen bevatten overwegend positieve en onschuldige informatie die door iedereen geaccepteerd kan worden (bijvoorbeeld: ”Islam betekent vrede”). Maar des te intensiever een gelovige zich met de koran en de Hadith bezighoudt, des te meer hij in gesprek raakt met imams, des te meer hij islamconforme literatuur over zijn religie leest, des te meer komt hij te weten wat de eigenlijke doelen van zijn religie zijn: de Jihad tegen de ”ongelovigen” en uiteindelijk de heerschappij over de wereld. Hij mag twijfelen, vaak ook vertwijfelen. Maar des te vaker hij die twijfel dankzij de steun door imams, dankzij hun aanwijzingen naar de soera’s in de koran en naar persoonlijke uitspraken van Mohammed over de Jihad en wereldheerschappij overwint, des te waardevoller wordt hij voor de islam.

Die geleidelijke, uienschilachtige bekendmaking met de ware inhouden en doelen van de islam herinnert zeer zeker aan de kennisorganisatie van menig geheim bondgenootschap en heeft een groot voordeel: loyaliteitsproblemen kunnen al in een ongevaarlijk vroeg stadium herkend en de getroffene uitgesorteerd – en indien noodzakelijk – geneutraliseerd worden.

De meeste moslims kennen hun religie slechts in aanzet. Het grootste deel van de wereldwijde moslimgemeente leest de koran in een voor hen compleet vreemde en onbegrijpelijke taal, waaruit ze de inhouden niet kunnen opmaken en waartoe ze meestal volledig zijn aangewezen op de mondelinge interpretaties van hun imams. Dit heeft o.a. te maken met het feit dat de meeste gelovigen de koran alleen in de Arabische taal kennen – de taal van de profeet en de taal waarin volgens het islamitische geloof de koran door Mohammed werd verkondigd. Iedere vertaling zou – volgens de gangbare overtuiging – de originele inhoud van de Arabische brontekst van de koran op een onredelijke manier verdraaien en zou daarom gelijkstaan met hoogverraad aan de originele woorden van Allah.

Koranvertalingen zijn daarom de uitzondering en worden overwegend in verband met het bekend maken van de islam aan niet-moslims geaccepteerd – met als doel hun bekering tot de ”religie van de vrede”.

Des te geloviger een moslim, des te eerder neigt hij naar terreur

Moslims, die de inhoud van de koran niet kunnen begrijpen, neigen dan ook veel minder naar islamitische terreurdaden tegen de ”ongelovigen” dan zij die Allah’s boodschap heel goed in het origineel bestudeerd en verinnerlijkt hebben. Des te geloviger een moslim, des te beter hij de koran en de Hadith (het leven en werken van Mohammed) kent en des te hoger zijn opleidingsgraad is, des te waarschijnlijker is het dat er uit hem een terrorist kan ontstaan. Dat is het ontnuchterende resultaat van bijna alle internationale onderzoeken over het profiel van terroristen.

Voor deze achtergrond zijn de pogingen van de westerse landen om de terreur met behulp van enorme opleidingsoffensieven binnen de islamitische diaspora te bestrijden niets anders dan een strijd die herinnert aan de uitdrijving van de duivel met behulp van Beëlzebub. Ter herinnering: de daders van 11 september waren hoogopgeleid, evenals de daders van de aanslagen op de bussen en metro’s in Engeland op 7 juli 2005. Osama Bin Laden is afgestudeerd ingenieur, zijn plaatsvervanger Amain az-Zawahiri, de nummer 2 van Al-Qaida, studeerde medicijnen en is afkomstig uit een hoogopgeleid huis: zijn vader was professor in de medicijnen in Cairo, zijn oudoom imam aan de belangrijke al-Azhar universiteit in Cairo. Ook de voormalige voorbidder van de Londense Finsbury-moskee, Abu Hamza, die in zijn preken de moslims in de wereld regelmatig oproept:

”Verwijder de joden van het aangezicht der aarde”, ”Slacht de ongelovigen af”, ”Sticht het wereldwijde kalifaat”

is geen domkop. Maar eveneens hoogopgeleid. Niet anders is het bij Tariq Ramadan, islamitisch professor voor filosofie aan de universiteit van Genève en waarschijnlijk een van de meest onduidelijke en vage figuren binnen de islamitische intellectuelen: hoogopgeleid, zeer goed geïnformeerd – en toch wijkt hij ook geen millimeter af van de ”verbale inspiratie” van de koran en van de persoon van Mohammed als voorbeeld in religieus, staatkundig en privaatrechterlijk handelen en denken…

Ontwikkeling alleen maakt van onontwikkelde islamisten alleen maar ontwikkelde islamisten

De lijst zou eindeloos kunnen worden voortgezet. De voorbeelden laten echter één ding zien: om de islam en het islamisme met opleidingoffensieven te bestrijden is een weg die tot niets leidt. Hij maakt van onontwikkelde islamisten alleen maar ontwikkelde islamisten – en gewoon niet zoals gehoopt ”gematigde” moslims – en vergroot daarmee het nationale en internationale islamitische bedreigingscenario immens. Wat niet wil zeggen dat men moslims verre moet houden van onderwijs. Dat doet de islam al van zichzelf en heeft daarvoor niet de ”hulp” van het westen nodig. Wat betreft hun onderwijspolitiek werden de landen van de islam vanwege hun internationale reactionairheid zelfs uitdrukkelijk door de VN berispt: in hun zwartboek uit het jaar 2003 werden ze voor onderwijsgebreken en weigering van vooruitgang op alle gebieden berispt. Als oorzaak werd in dit bericht uitdrukkelijk een ”verstarde religie” genoemd. De islamwetenschapper Hans-Peter Raddatz merkt in een artikel in de Rheinische Merkur over deze studie op:

Tot de niet-islamitische wereld, zo wordt daarin gezegd, zou een dramatische kenniskloof zijn geopend, die terug te voeren zou zijn op een door het geloof veroorzaakte beperking van de vrijheid van onderwijs en een toenemende vrouwenonderdrukking. Daarbij liet men zien chronisch onkundig te zijn op het gebied van zelfkritiek, waarvoor een opening van de islam dringend noodzakelijk zou zijn.

Slotsom

”Islamisme”en ”islam” zijn één en hetzelfde en verschillen slechts in de snelheid waarmee ze het hoofddoel van hun religie – de wereldheerschappij van de islam – nastreven. Het ”islamisme” is alleen de radicalere, ongeduldiger tweelingbroer van de ”gematigde” islam en bestaat al sinds de eerste beginselen van de religie in Mekka, bijvoorbeeld in de vorm van opdrachtmoorden van Mohammed op zijn critici. Destijds al wist Mohammed op meesterlijke wijze zijn omgeving om de tuin te leiden door zich, afhankelijk van de situatie, de ene keer in een vredelievend en een andere keer in een krijgszuchtig gewaad te laten zien.

Dit theocratische totalitarisme met een in de koran vastgelegde aanspraak op wereldheerschappij moet met dezelfde beslistheid en dezelfde onbuigzame wil bestreden worden waarmee Winston Churchill zich tegen de in zijn tijd grootste bedreiging – Adolf Hitler en het nationaalsocialistische totalitarisme – heeft verzet.

Maar de belangrijkste strijd zal van ideologische aard moeten zijn: het zal een veldslag van ideeën zijn tussen het Verlichte westen en de aanhangers van een religieustotalitaire theocratie, waarin de vrije stroom van ideeën, de vrijheid van het woord en de vrijheid van meningsuiting, de gelijkheid van de geslachten, de acceptatie van seksueel verschillende fenotypes (heteroseksueel, biseksueel, homoseksueel, transseksueel, enz.) net zo onvoorstelbaar is als de vrijheid van ieder individu om zijn eigen religie zelfstandig en zonder druk te kiezen, wat ook de vrijheid van iedere religie mede inhoudt. Pas deze strijd tussen de islam als het op dit moment machtigste totalitarisme aan de ene en het Verlichte westen aan de andere kant zal er op de middellange en langere termijn over beslissen in welke richting onze planeet zich in de toekomst zal bewegen.

Om kort te gaan: de clash of civilizations zal worden gestreden tussen de middeleeuwen en de moderne tijd, tussen Mohammed en Kant: het zal een strijd zijn tussen denkverbod en denkgebod. Deze strijd is al in volle gang. En zijn afloop is onbekend.