Bezoekers kregen gisteren uitleg over de archeologische vondsten. © Saskia Berdenis van Berlekom

Sporen gevonden uit steen- en ijzertijd gevonden in Voorthuizen


Piet van Dijk 29-11-18, 08:00

Voorthuizen is al honderd jaar een populair vakantiedorp, maar al duizenden jaren een aantrekkelijke plek om te wonen, ontdekten archeologen.

Sporen uit de middensteentijd (8000-4900 v. Chr), de ijzertijd (800-12 v. Chr.), de late Romeinse tijd (300-400 n. Chr.) en de middeleeuwen tot en met de Tweede Wereldoorlog: Voorthuizen heeft het allemaal. Dat hebben archeologen de laatste tijd ontdekt bij opgravingen op twee verschillende locaties: op het tracé waar de nieuwe rondweg moet komen en op de plek waar de nieuwbouwwijk Wikseler Eng moet verrijzen.

De sporen bestaan momenteel voornamelijk uit zandverkleuringen en wat scherven. Daaruit kunnen de archeologen al veel conclusies trekken. De komende weken spitten ze een laag dieper. ,,We verwachten materiaal te vinden’’, zegt archeoloog Harry Pape-Luijten, die al twee jaar aan het werk is langs het rondwegtracé.

Op het meest noordelijke deel, waar de rondweg moet aansluiten op de Voorthuizerweg naar Putten, zijn sporen uit de middensteentijd gevonden. Het gaat hier om haardkuilen, waar vuur in is gestookt. De archeologen ontdekten verkleuringen in het zand en de houtskoolresten werden dankzij de daarvoor toegepaste C14-methode gedateerd op de middensteentijd. De hoop is dat er vuurstenen worden gevonden, dat zijn door de mens scherp gemaakte steentjes waarmee werd gesneden of huiden werden schoongeschraapt. In vergelijkbare haardkuilen in Soest werden twee jaar geleden grote hoeveelheden vuurstenen gevonden.

Vondsten uit de middensteentijd zijn sowieso zeldzaam in Nederland, dat vooral sporen bevat van de nieuwe steentijd (4900-2000 v. Chr.). ,,Het was hier kennelijk toen al een leefbare omgeving’’, zegt Marloes Luijten-Pape, archeoloog en partner van Harry.

Iets zuidelijker, vlakbij het korfbalveld aan de Overhorsterweg, zijn sporen gevonden van oude boerderijen, die gedateerd zijn op de ijzertijd aan de hand van aardenwerkscherven. ,,We hebben enkele greppels blootgelegd die door mensen zijn aangelegd’’, zegt Pape-Luijten.

Even verderop, tussen de Wikselaarseweg en de Schooneng, staat archeologe Mirjam Peters op een terrein vol ronde, donkere verkleuringen in een zandlaag. Ook zijn er grotere verkleuringen te zien, die wijzen op oude waterputten. ,,Archeologie in Nederland is vooral het herkennen van zandverkleuringen’’, licht ze. ,,En menselijke sporen kenmerken zich door symmetrie. We moeten hier geen grote verwachtingen hebben van vondsten.’’

De palen wijzen duidelijk op bewoning; zelfs het woongedeelte en het hokkerige stalgedeelte zijn te onderscheiden. Ook zijn er in de buurt botresten uit twee crematiegraven en resten van ‘spiekertjes’ gevonden, kleine bouwsels die waarschijnlijk hebben gediend als hooiberg.


Botresten
De botresten worden geanalyseerd en de archeologen zoeken ook nog verder naar zaden van granen die iets kunnen vertellen over de bewoning in het gebied rond Voorthuizen. Iets noordelijker zijn resten uit de middeleeuwen gevonden, maar dat is niet ongewoon voor Nederland. De vondst op de Wikseler Eng is nogal toevallig. In tegenstelling tot het rondwegtracé kwam dit gebied niet in aanmerking voor archeologisch onderzoek. Twee jaar geleden werd bij een boring ijzeroer (resten van ijzer) ontdekt, iets waar archeologen op aansloegen.

Intussen staan de bouwbedrijven te wachten om aan de slag te gaan. Als het onderzoek is afgerond, worden de gevonden voorwerpen bewaard; de afgravingen worden weer dichtgestort.