Het geheim achter de opkomst van de oeroude hofjes


Ze overleefden Franse Revolutie en Tweede Wereldoorlog en zijn al 400 jaar resistent tegen alle veranderingen in de maatschappij. De oer-Hollandse hofjes. Ook nu zijn ze weer bezig aan een opmars. Maar dan als concept. De waterpomp als ontmoetingsplek is vervangen door de koffiebar.

Het hofje: een eeuwenoude woonvorm waar van oorsprong vooral ouderen vertoefden. Hier vonden ze in de huizen die dicht bij elkaar stonden en vaak ommuurd waren, bescherming bij elkaar en konden daar makkelijker voor elkaar zorgen. Door de komst van verzorgingshuizen waren hofjes minder hard nodig in onze samenleving. Maar nu de maatschappij verandert en ouderen geacht worden weer meer voor zich zelf te zorgen, komen hofjes weer op.

Zo waren drie van de tien winnende ontwerpen van de wedstrijd Who Cares, een ontwerpprijsvraag voor nieuwe vormen van zorg en wonen, hofjesontwerpen. Rijksbouwmeester Floris Alkemade schreef deze prijsvraag uit omdat hij vindt dat de manier van bouwen op de schop moet, nu ouderen langer zelfstandig moeten blijven wonen. “Een van de woonvormen die duidelijk uit deze wedstrijd naar voren is gekomen, is het hofje”, bevestigt hij. “Dat is ook niet zo gek, want het oeroude hofjesconcept kan een goede invulling geven om ouderen langer zelfstandig te laten wonen. Ouderen die in een hofje wonen, kunnen zelf de regie voeren en zelfstandig wonen, maar wél in een hechte gemeenschap. Ze kloppen makkelijker aan voor hulp. Ouderen zijn vaak bang mensen binnen te laten. Als je in een hofje woont, leer je je buren sneller kennen en is die drempel minder groot.”

Een moderne variant van het hofje, in Rotterdam. (Foto: Peter de Krom / Hollandse Hoogte)



Ontmoetingsplek geen waterpomp, maar een koffiebar

Peter van Assche, architect van bureau Sla, bedacht samen met zijn team een van de winnende ontwerpen, genaamd ‘Hedendaagse Hofjes’, voor de stad Almere. Het concept stoelt op de oude waarden van een hofje, zoals je op je gemak voelen, elkaar ontmoeten en elkaar in de gaten houden, gegoten in een moderne vorm. Zo is de ontmoetingsplek geen waterpomp midden in de wijk, maar een koffiebar en wasserette. “Je kunt natuurlijk makkelijk een paar huizen rondom een binnenplaats zetten en zeggen: dit is een hofje, maar dan werkt het systeem niet. Je moet nadenken over de sociale organisatie.”

Deze mix van ‘hardware’ (huizen) en ‘software’ (sociale aspecten) is volgens Van Assche, die een paar jaar geleden onderzoek heeft gedaan naar de blijvende populariteit van hofjes, het geheim achter het succes van de woonvorm. “Hofjes zijn al 400 jaar resistent tegen alle veranderingen in de maatschappij. De meeste woonvormen komen en gaan, maar hofjes hebben alles overleefd, van de Franse Revolutie tot de Tweede Wereldoorlog. Dit komt doordat wonen en belangrijke sociale aspecten in een hofje samenkomen.”

Het is een manier van wonen die ook in deze tijd voor veel ouderen een uitkomst kan bieden, vindt Van Assche. Daarom ontwierp hij samen met zijn team de Hedendaagse Hofjes voor de wedstrijd Who Cares. “Vooral voor ouderen die nu nog niet direct zorg nodig hebben, maar wel op de toekomst voorbereid willen zijn. In een hofje wordt vanzelfsprekend meer voor elkaar gezorgd, op elkaar gelet en het moment van zorg aanvragen wordt daardoor uitgesteld.”

Ook gebiedsontwikkelaar BPD ziet het toenemende belang van hofjes voor ouderen. De ontwikkelaar stelt dat een ‘gemengde buurtsamenstelling’ voor ouderen vooral van belang is. “Het blijkt namelijk dat ouderen graag bij gelijkgestemden in de buurt wonen, maar wel middenin de samenleving willen blijven staan. Een gemengde wijk, waarin ook jongeren en kinderen wonen, vinden zij belangrijk. Wonen in een hofje vertegenwoordigt voor senioren belangrijke waarden: kleinschaligheid, verbondenheid met behoud van zelfstandigheid en privacy, identiteit middenin een gevarieerde samenleving, zekerheid en veiligheid”, laat een woordvoerder weten.


Hofje is een goed idee, maar niet de enige woonvorm voor ouderen

Wel stelt de gebiedsontwikkelaar dat het hofje niet de enige manier is om tegemoet te komen aan nieuwe woonwensen van ouderen. “Er valt bijvoorbeeld ook te denken aan (semi)bungalows, patiowoningen, appartementen of het ontwikkelen van andersoortige gelijkvloerse woningen.” Rijksbouwmeester Floris Alkemade is het daarmee eens. “Het hofje is een goed idee, maar het is absoluut niet de enige goede woonvorm voor ouderen. Er is maatwerk nodig per wijk. Als je bijvoorbeeld kijkt naar een mini-wijk in Groningen, daar mengen generaties zich al, zonder dat er hofjes zijn. In Rotterdam Carnisse is veel hoogbouw, daar kunnen hofjes wel een goede uitkomst zijn. Er is niet één klinkklare oplossing.”


Desondanks vindt Peter van Assche wel dat er meer hofjesconcepten gerealiseerd mogen worden. “Hofjesconcepten worden mondjesmaat ontwikkeld, maar echt veel zijn er nog niet. De wereld verandert en woonvormen veranderen nog nauwelijks mee. Hofjes zijn een goede manier om aan die veranderende woonwensen van ouderen te voldoen. Maar is het ook vrij lastig te realiseren, want architecten en projectontwikkelaars moeten niet alleen nadenken of de invulling van de ruimte, maar ook over het sociale aspect.” Het is de bedoeling dat het ontwerp dat Van Assche met zijn team voor Almere heeft ontwikkeld binnenkort gerealiseerd wordt. Over de invulling zijn de partijen nu in gesprek.

Winnend ontwerp
Het ontwerp Hedendaagse Hofjes is een van de winnende ontwerpen in de prijsvraag Who Cares. Het concept stoelt op de oude waarden van een hofje, zoals je op je gemak voelen, elkaar ontmoeten en elkaar in de gaten houden. Deze waarde zijn in een moderne vorm gegoten. Zo is de ontmoetingsplek geen waterpomp midden in de wijk, maar een koffiebar en wasserette. Daarnaast woont er in het plan van Bureau Sla een ‘binnenmoeder’ in de wijk, die een oogje in het zeil houdt. Van oorsprong was dit vaak een vrouw of een moeder die niet werkte maar voor de buurt zorgde, nu kan het volgens architect Peter van Assche een vrijwilliger zijn. In het ontwerp zit ook een ‘poort’ verwerkt. Niet een letterlijke poort waar je vroeger het hofje door binnenkwam, maar huizen die dichtbij elkaar staan, zodat bewoners een veilig gevoel krijgen. Tot slot is er een ‘regent’, een persoon of een organisatie op afstand die zorgt dat de organisatie van het hofje goed op elkaar afgestemd. “Dat er ouderen wonen, maar ook jongeren. Sociaal zwakkeren en sociaal sterkere bewoners. Een woningcorporatie zou daar bijvoorbeeld voor kunnen zorgen”, legt Van Assche uit.

Eerste publicatie door Marije de Leeuw op 12 dec 2017
Laatste update: 12 dec 2017