Archeoloog Arjan Ruiter aan het werk. Wim van Heeswijk van Heemkundekring Erthepe kijkt toe © Van Assendelft


Eeuwige rust, trillend onder het wegdek van de N616 in Erp

ERP - Bij de reconstructie van de N616 vinden archeologen steeds meer skeletten. Gisteren was skelet nummer zes aan de beurt, nummer zeven is al gelokaliseerd. En de verwachting is dat het daar niet bij blijft. Al die tijd lagen ze hier, amper vijftig centimeter onder het wegdek.

Dat zal voor veel Erpenaren toch best een raar idee zijn: beseffen dat je jarenlang, dag in dag uit over de skeletten van misschien wel je voorouders reed. Mannen en vrouwen die in het oude Erp leefden. Die boer waren, of smid, marktkoopman, huishoudster. Die kinderen kregen, kleinkinderen. Mensen die na hun overlijden een plek kregen op de begraafplaats bij de kerk. Mensen, van wie de skeletten nu, tijdens de reconstructie van de N616, aan het licht komen.

Al 275 grondsporen
Heemkundekring Erthepe had al gewaarschuwd dat er hier wel eens skeletten gevonden zouden kunnen worden. Nu archeologen van ADC Archeoprojecten in opdracht van de gemeente wegvak voor wegvak onderzoeken, blijkt dat de mannen en vrouwen van Erthepe het bij het juiste end hadden. Inmiddels zijn al 275 zogenoemde 'grondsporen’ in kaart gebracht: onder andere karrensporen, resten van muren, een oude waterput, paalsporen, scherven, én dus ook skeletten. Eerder werden al twee skeletten gevonden, afgelopen dagen vonden archeologen nog eens vijf skeletten. En het einde is nog niet in zicht. Archeoloog Arjan Ruiter: ,,Op deze plek, bij de Sint-Servatiuskerk die in 1843 werd gebouwd, stond vroeger een ándere kerk, mét een kerkhof dat groter was dat die van de nieuwe kerk. En de graven werden vroeger niet geruimd. Eeuwige rust, dat kreeg je toen nog.” De skeletten worden onderzocht en krijgen later waarschijnlijk ergens anders in Erp een gezamenlijk graf.

Spijkers
Deze vrijdag is skelet nummer zes aan de beurt, nummer zeven is al gelokaliseerd en volgt volgende week. Met een kwast veegt archeoloog Rob van der Veen voorzichtig de aarde van de botten. Dat gaat met uiterste precisie, want het bot is heel broos en breekt snel in stukken. En je weet nooit wat je allemaal vindt. Zo is het hout van de kist helemaal vergaan, maar de spijkers van die kist worden nog wel gevonden, netjes op regelmatige afstand van elkaar. En bij een van de eerdere skeletten plukte een van de archeologen zo bijvoorbeeld met een pincet een naald van een lijkwade tussen de vingerkootjes uit. Het skelet verdwijnt in stukjes in verschillende zakjes, om later verder onderzocht te worden.

Met het hoofd naar het westen
,,Dit skelet is in niet zo'n goede staat”, legt Arjan Ruiter uit. ,,Het kan goed driehonderd jaar oud zijn. Maar dat blijkt straks pas uit onderzoek. De skeletten komen uit de periode 1400 tot half negentiende eeuw. De vijf skeletten die we deze week hebben gevonden, liggen allemaal met hun hoofd naar het westen. De twee skeletten lagen in een andere richting. Dat kan een indicatie zijn dat die twee vrij vroeg zijn, toen mensen nog niet met hun hoofd naar het westen werden begraven. Later gebeurde dat op kerkelijke begraafplaatsen wel, zodat zij op de dag van de wederopstanding Christus’ komst in het oosten tegemoet konden zien.”

De fysisch antropoloog kwam eerder al langs om op locatie kenmerken van de skeletten te noteren. Ruiter: ,,Dan wordt gekeken naar bijvoorbeeld de leeftijd, lengte, het bekken en de schedel. Dat, gecombineerd met dna-onderzoek, zou er zomaar toe kunnen leiden dat bekend wordt van wie de skeletten zijn. Ruiter: ,,Je kunt soms met dna-materiaal achterhalen of er in Erp nazaten van deze persoon zijn. Maar of dat onderzoek hier gedaan gaat worden, is de vraag. Dat is aan de gemeente.”

Nee, waarschijnlijk zal je als Erpenaar nooit weten of het jouw over-over-overgrootvader of -moeder is die al die jaren onder het wegdek lag te trillen. En dat is misschien maar beter ook...