0
De Waddenzee: het bedreigde paradijs van het noorden
De veerboot van Schiermonnikoog, tijdelijk vast op een zandbank. Beeld ANP
Niet één, niet twee, maar minstens drie keer in de geschiedenis is serieus overwogen om de Waddenzee in land te veranderen. Tractoren zouden de graanoogst van de zeebodem halen, de veerboten zouden plaatsmaken voor autosnelwegen.
De laatste keer dat het werd geopperd, was na de watersnoodramp van 1953. In plaats van bestaande zeedijken op deltahoogte te brengen, redeneerde de provincie Friesland, zou je ook twee dammen naar Ameland kunnen bouwen en het gebied ertussen droogpompen. Het plan werd in 1965 gelanceerd, met alle nadruk op de voordelen: het zou veel nieuwe landbouwgrond opleveren, bood ruimte voor recreatie en maakte Ameland via de weg en het spoor bereikbaar.
In ‘Bosatlas van de Wadden’, dat gisteren is gepresenteerd, is een kaartje opgenomen van het plan: vanuit Leeuwarden lopen naar het noorden twee dikke stippellijnen die ‘hoofdverkeerswegen’ voorstellen. De westelijke route loopt via Stiens naar Ballum, de oostelijke via Dokkum en Ternaard naar Buren. Het Dantziggat is per auto over te steken.
De Bosatlas van de Wadden biedt ruim tweehonderd pagina’s aan kaarten, foto’s en verhalen over de Waddenzee en de Waddeneilanden. Aan bod komen de natuur en ecologie van het gebied, maar ook de visserij, gaswinning en het reddingswezen.
Waddenpolder
De gedachte om de Waddenzee in te polderen kwam voor het eerst serieus op in de negentiende eeuw. De industriële revolutie had machines voortgebracht die het mogelijk maakten grote wateroppervlakten droog te pompen. Dat was gelukt met de Haarlemmermeer, en ingenieur Benjamin van Diggelen, werkzaam voor Rijkswaterstaat, presenteerde in 1849 een plan om vervolgens de Zuiderzee, inclusief de Wadden, droog te maken. Het plan belandde op het bureau van minister Thorbecke van binnenlandse zaken. Hij vroeg een aantal ingenieurs om advies en vernam van hen dat Van Diggelens denkbeelden meer dan voldoende aanknopingspunten boden voor nader onderzoek door een staatscommissie. Thorbecke volgde die suggestie niet op. Hij had net de geheel herziene Grondwet gepresenteerd en stond aan de wieg van een heel nieuw politiek bestel. Voor de vraag of de Wadden drooggelegd moesten worden en op welke manier dan, kon hij moeilijk aandacht opbrengen.
Een generatie later diende het Friese Kamerlid Age Buma uit Hindeloopen een initiatiefwet in om alle Waddeneilanden met dijken aan elkaar te knopen én met het vasteland te verbinden. Het gebied zou dan veranderen in duizenden hectaren vruchtbaar land, waar je met je ogen dicht nu al het koren kon zien wuiven. Het was een onderneming, meende Buma, ‘waarbij het belang van geheel Nederland in hooge mate betrokken is en welker uitvoering zeker ook door iedere Nederlander gewenscht wordt’.
De Kamer torpedeerde Buma’s plan. Maar zelf vond hij het helemaal niet zo hoogdravend: op de Waddeneilanden werden voortdurend stukjes land op de zee gewonnen en er lag toch ook een dam van Ameland naar het vasteland? Die dam, leert de Bosatlas van de Wadden, is het geesteskind van P.J.W. Teding van Berkhout. De verbindingsdam van Holwerd over het wantij naar Ameland was de eerste stap voor een Waddenpolder. De dam werd in 1872 aangelegd en in de allereerste ‘Bosatlas’ uit 1877 liet redacteur Pieter Roelf Bos de verbinding als een dikke streep intekenen. Maar in een volgende editie van de atlas kon die streep alweer achterwege blijven, want de dam was door opeenvolgende stormen in 1882 weggeslagen. Anno 2018 zijn de overblijfselen van de dam van Teding bij extreem laagwater nog te zien. Op een foto in de nieuwe Bosatlas vormen ze een langgerekte bult met een flauwe bocht.
Woede
Het inpolderen van de Waddenzee verdween lang uit de belangstelling, tot de watersnoodramp van 1953. De beste waterwering was de Waddenzee volledig laten verdwijnen, vond de provincie Friesland. Dat plan wekte de woede van de zestienjarige scholier Kees Wevers, die een ingezonden brief naar de Telegraaf en de Leeuwarder Courant stuurde en opriep tot protest. Dat leidde in 1965 tot de oprichting van de Waddenvereniging, die tot op vandaag de grootste belangenorganisatie voor het Wad is. Wevers is ervan overtuigd dat hij hoogstpersoonlijk de Waddenpolder heeft voorkomen. ‘Ik ben daar trots op’, zei hij in Trouw toen de Waddenvereniging een halve eeuw bestond.
De huidige voorzitter van de Waddenvereniging, Lutz Jacobi, nam gisteren het eerste exemplaar van de Bosatlas van de Wadden in ontvangst. Inpolderen mag dan niet meer aan de orde zijn, bedreigingen voor het Wad zijn er nog steeds, schrijft de uitgever in het voorwoord: ‘Er wordt gas gewonnen en dat leidt tot bodemdaling en aardbevingen. Kokkelvissers verstoren het evenwicht op de zeebodem. Defensie oefent met de nodige geluidsoverlast op Vlieland. Ten noorden van de eilanden loopt een van de drukste scheepvaartroutes van Europa. En er zijn vele toeristen die het Wad omarmen – en tegelijkertijd natuurlijk ook belasten.’
Maar ondanks al die bedreigingen, stelt de atlas, zijn op de eilanden ruimte, stilte, licht en duisternis nog intens te beleven. ‘Een verborgen paradijs in het uiterste noorden van ons land.’
De ‘Bosatlas van de Wadden. Een ontdekkingsreis in kaart en beeld’. Noordhoff Atlasproducties, 224 blz. € 29,95.
Bookmarks