Willy Verschraegen: ,,Mensen realiseren zich niet hoe goed we het nu hebben." © Boaz Timmermans

'Den Doodendraad' verscheurde grensdorpen zoals Koewacht tijdens de Eerste Wereldoorlog

06-10-18
CADZAND - Langs het spoor van de Dodendraad, van het Drielandenpunt tot aan Cadzand, worden vanaf deze week 150.000 witte krokussen geplant. De dodelijke grensafscheiding tussen Nederland en België tijdens de Eerste Wereldoorlog, verscheurde menig grensplaats, waaronder Koewacht.

Het beeld is bekend van West- en Oost-Berlijn. Van Noord- en Zuid-Vietnam en nu nog van Noord- en Zuid-Korea. Families die verscheurd zijn door een muur of andere afscheiding dwars door hun leefgebied, die ze maar zeer sporadisch mogen passeren voor familiebezoek. Het was ook de realiteit in Koewacht tussen 24 juni 1915 en 11 november 1918, toen de Dodendraad complete families uit elkaar dreef.



Duitse militairen bij de Dodendraad in Koewacht. © Archief Willy Verschraegen

Bewoners van het Nederlandse deel van Koewacht hebben honderd jaar geleden broers, zussen of grootouders in het Belgische De Koewacht en andersom. Koewacht is - nog altijd - in feite één dorp, met toevallig een landsgrens die erdoorheen kronkelt. Dat zorgt voor een bizarre situatie als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt. Het Nederlandse deel is neutraal, het Vlaamse niet. Toch zal ook het Nederlandse Koewacht de oorlog voelen.

,,Toen de oorlog in 1914 uitbrak, maakten de Duitsers zich in België onmiddellijk schuldig aan oorlogsmisdaden", weet Willy Verschraegen, historicus en Koewachtenaar. ,,Tegenstanders werden tegen de muur gezet en doodgeschoten. Het bekendst is het in brand steken van de historische bibliotheek van de universiteit in Leuven." De Belgen krijgen lucht van de misdaden, zijn bang en slaan massaal op de vlucht. Een miljoen zuiderburen trekken de grens met het neutrale Nederland over. Een op de zeven inwoners van Nederland is tijdens de Eerste Wereldoorlog vluchteling. Verschraegen: ,,Dat plaatst die 'vluchtelingencrisis' van nu in perspectief." Hij kan daarom weinig met gevoel van de Belgen, dat ze uitspreken tijdens de overgave van Duitsland aan de onderhandelingstafel in Versailles. ,,Nederland zou alleen geprofiteerd hebben van de oorlog. Daarom wilde België Zeeuws-Vlaanderen en een deel van Limburg inlijven. We hebben de Belgen juist geholpen."

Paniek


Belgische vluchtelingen steken in oktober 1914 massaal de grens met Koewacht over. © Dokter Haelst

Dokter Haelst uit Stekene is tijdens de vluchtelingenstroom in 1914 gemeente-arts in Koewacht. Op 10 oktober ziet hij paniek uitbreken aan de grens, wanneer honderden Belgen Nederland binnentrekken. Vluchtende militairen gooien hun wapens op een hoop. Haelst maakt in zijn dagboek een tekening van wat hij ziet, en schrijft erbij: 'Den 10en october ’s middags was ik op visiet te Koewacht als ik eerst ooggetuige was van die paniek aan de grens'. In een paar weken tijd vluchten 55.000 Belgen via Koewacht het land uit. 21.000 daarvan blijven een tijd in het dorp, nadat hun stad Antwerpen tussen 9 en 10 oktober 1914 is gevallen. ,,Koewacht had zelf 2500 inwoners", weet Verschraegen. ,,Al het eten was binnen een dag op. Boeren kregen de opdracht zo snel mogelijk tarwe en rogge te dorsen om broden te bakken." Tussen oktober 1914 en juli 1915 gaat omgerekend 88.000 euro aan voedsel naar de Belgen, voor die tijd een astronomisch bedrag. Ze verblijven in scholen, in het klooster, bij boeren of in het café. ,,De meeste Belgen trekken daarna verder het land in. Zo'n 450 vestigen zich permanent in Koewacht."

De Duitsers zitten met de Nederlands-Belgische grens in de maag. Van Limburg tot het uiterste puntje van Zeeuws-Vlaanderen tiert de smokkel welig. Spionnen van de geallieerden stappen zo bezet gebied binnen en Duitse militairen die niets voor de oorlog voelen, kunnen eenvoudig deserteren. Een tante van Verschraegens moeder smokkelt als zestienjarige briefjes voor de geallieerden. De 16-jarige wordt ter dood veroordeeld, maar dat vonnis wordt wegens haar leeftijd omgezet in een gevangenisstraf van negen maanden.

2000 volt
Voor de Duitsers is het duidelijk. Het kippengaas als afscheiding op de grens, voldoet niet. Een even ingenieuze als dodelijke oplossing wordt gevonden. De Dodendraad. Wie de grens wil passeren, moet zich door zes of zeven stroomdraden zien te wurmen. Wie de draden aanraakt, krijgt 2000 volt door het lichaam en sterft. Vanaf 24 juni 1915 scheidt de Dodendraad Nederlands en Belgisch Koewacht, en hun inwoners. Verschraegen: ,,De mensen van Koewacht wisten niet eens wat elektriciteit was. Ze stookten op petroleum. Elektriciteit kwam in Koewacht pas in 1923." Op 25 juni, een dag nadat de Dodendraad is geďnstalleerd met stroom uit Zelzate, denken twee Koewachtenaren van 20 en 21 jaar oud dat ze door de draad kunnen. Na 24 uur eist de Dodendraad meteen twee levens. Historicus Verschraegen vermoedt dat in drie jaar tijd in totaal vijf mensen geëlektrocuteerd werden.

Kerk
Verschraegen leidt ons rond langs de contouren van de Dodendraad. Hij vertelt dat de inwoners van Nederlands Koewacht in de oorlogsjaren een tijdje naar het Belgische deel kunnen. Op zondag mogen ze, onder begeleiding van de kapelaan, naar de kerk, zolang Nederlands Koewacht geen kerk heeft. Via een poort in de Dodendraad stappen ze de grens over. ,,De luiken moesten dan allemaal dicht blijven. Kerkgangers mochten onder geen beding contact hebben met de bewoners, bang dat de Duitsers waren voor spionage."
De bezetters rekenen echter buiten een list van de Nederlandse Koewachtenaren. Terwijl ze de mis bijwonen, plakken ze briefjes voor familieleden onder de kerkbanken. ,,De Belgen gingen na de Nederlanders naar de kerk. Iedereen kende iedereen, en zorgde ervoor dat de boodschappen bij het juiste familielid terechtkwamen." In februari 1916 ontdekken de Duitsers het stiekeme communicatiesysteem. Het hek in de Dodendraad gaat op slot. Nederlands en Belgisch Koewacht hebben drie jaar lang geen contact met elkaar.




Nederlandse katholieken mochten tijdens de Eerste Wereldoorlog een tijdlang naar de Vlaamse kerk, omdat die aan de Nederlandse zijde ontbrak. © Boaz Timmermans

Passeursraam
Incidenteel steken de Koewachtenaren nog de grens over. Vaak wordt gebruik gemaakt van zogenoemde passeursramen. ,,Dat waren inklapbare, houten tonnen, die men in de broek stak. Die ton stak je tussen de draden en omdat er geen bodem in zat, kon je er zo doorkruipen." Beroemd in Koewacht is het verhaal van een Belg, die de Duitsers plots in Nederland zien lopen. Ze herkennen hem, openen de poort en proberen de man terug de grens over te trekken. ,,De Nederlandse militairen die bij het douanekantoor stonden, trokken de man met hulp van bewoners weer terug naar Nederland."

Op 11 november 1918, na de capitulatie van Duitsland, is België bevrijd. Naar verluidt wordt de Dodendraad binnen een dag afgebroken. De dodelijke afscheiding tussen Nederland en België is weg. Familieleden kunnen elkaar weer in de armen vallen.

Vanaf donderdag is het spoor van de Dodendraad in Koewacht weer zichtbaar. Met vredige, witte krokussen. Verschraegen plant ze samen met basisscholen van beide kanten van de grens. ,,Mensen realiseren zich niet hoe goed we het nu hebben. Daarom is het zo belangrijk dit verhaal te vertellen."