Ad Verbrugge in gesprek met hoogleraar en bestuursadviseur Kees Cools over de toekomst van het kapitalisme. “Het kapitalisme creëert z’n eigen vijanden” In een recent artikel pleit Cools voor het einde van het aandeelhouderskapitalisme. Ook in de politiek speelt deze economische thematiek expliciet. “Alle partijen, om te beginnen de VVD, plaatsen kritische kanttekeningen bij de vrije markt, bij het kapitalisme. Vier jaar geleden was daar bijna geen sprake van.” Bovendien hebben de CEO’s van alle grote Amerikaanse bedrijven gesteld dat zij de stakeholder weer centraal willen stellen. Nu moet dat met een korrel zout worden genomen, vertelt Cools, “maar ze hebben het wel gezegd. En ze worden er voortdurend op aangesproken.” Zowel intern als extern neemt de druk op maatschappelijke waarde van bedrijven toe. In de jaren ’80 en ’90 kwam het aandeelhouderskapitalisme op. Cools vertelt dat aandeelhouders een unieke positie hebben, omdat zij niet contractueel verbonden zijn aan het bedrijf. “Maar als zij meer zeggenschap hebben dan alle anderen, en dan kan er makkelijk misbruik van worden gemaakt. Dan gaat het fout.” Het ontstond in het tijdperk van het zogenaamde neoliberalisme, waarin winst maken als de enige verantwoordelijkheid van een bedrijf wordt gezien. Het bijbehorende mensbeeld werd op alle business schools gedoceerd. Cools: “Men heeft geleerd: mensen zijn egoïstisch, iedereen gaat voor eigenbelang, en bedrijven draaien om aandeelhouders.” Het probleem is evenwel, zo schetst Cools, dat bedrijven daarmee niet verantwoordelijk zijn voor maatschappelijke effecten. “Dat is wat er fundamenteel steeds meer fout gaat.” Dat is zelfs economisch pervers, want eerlijke prijsvorming wordt door uitbuiting van mens en milieu ondermijnd. Cools houdt een pleidooi om het kind niet met het badwater weg te gooien: een vrije markt met goede prijzen en niet teveel machtsconcentratie zijn noodzakelijk om diensten en goederen te verdelen. Maar de excessen van het aandeelhouderskapitalisme moeten worden bestreden. “Het kapitalisme creëert z’n eigen vijanden,” daar moet het tegen worden beschermd.