0
Laten we 26 juli uitroepen tot Dag van de Onafhankelijkheid
Op 26 juli 1581 riepen wij de onafhankelijkheid uit met de ondertekening van het Plakkaat van Verlating. In onze vrijheidsstrijd waren we toen al klaar voor de democratie....
Als je alle aandacht die vrijheid de laatste tijd krijgt in ogenschouw neemt, lijkt het alsof we ons nooit meer bewust zijn geweest van het belang en de verdienste ervan. Politieke partijen hebben zich ernaar vernoemd, krantenkaternen staan er vol mee en een heuse vrijheidstrein rijdt vijf weken lang door Nederland. Toch worstelen we met de grenzen van de vrijheid van meningsuiting en godsdienst, en door toenemende mondialisering en Europese eenwording is het niet langer voor iedereen duidelijk hoe vrij wij zijn zelf te beschikken over wat wij belangrijk vinden.
Het is dit jaar 65 jaar geleden dat wij werden bevrijd van een langdurige bezetting door een vreemde mogendheid, aanleiding om weer eens uitgebreid stil te staan bij het thema vrijheid. Voor veel mensen is vrijheid echter slechts een recht. Het recht om te doen wat je wilt, te zeggen wat je denkt en te nemen wat je uitkomt.
Voor anderen is het ook een maatschappelijke plicht waar wij ons allemaal voor moeten inzetten, maar de wijze waarop kan nog wel eens verschillen. Onderwijl gebruiken politici het begrip te pas en vaker te onpas om hun waar aan te prijzen, maar echt heldere antwoorden blijven uit op de vragen waarom vrijheid voor ons als samenleving zo belangrijk is, hoe we die beschermen en hoe we dat eensgezind op volgende generaties moeten overbrengen.
Misschien heeft het er iets mee te maken dat wij zo ondiep zijn geworteld in onze geschiedenis. Het maatschappelijk debat over vrijheid vindt bijna altijd plaats op het niveau van heden en toekomst en ontbeert, afgezien van de Tweede Wereldoorlog, historische ijkpunten die het in een steviger context zouden kunnen plaatsen. Vraag een Amerikaan waar vrijheid begon en menigeen vertelt in grote lijnen over de Onafhankelijkheidsverklaring van 4 juli 1776. Hetzelfde geldt voor menig Fransman en de bestorming van de Bastille op 14 juli 1789. Beide gebeurtenissen gaan over een simpel gegeven, waarvan we in deze woelige tijden iets zouden moeten leren of waaraan we ons zouden moeten spiegelen.
Ook wij waren eerst onvrij en werden op een bijzonder moment vrij. Die vrijheid was zwaar bevochten en wij hebben allemaal de verantwoordelijkheid en zelfs de plicht om deze verworvenheid in stand te houden, te beschermen en uit te dragen. Dat zouden we moeten doen aan de hand van dezelfde principes waarop destijds die vrijheid is verkregen. Dat is namelijk het begin van ons gezamenlijke bewustzijn als Nederlanders en het eerste wezenlijke moment dat alle inwoners van ons land bindt. Zonder dat moment zouden wij nu niet zijn wie we zijn. Toch kent nagenoeg geen enkele Nederlander het verhaal van onze vrijheidsstrijd.
Op 26 juli 1581 riepen wij de onafhankelijkheid uit met de ondertekening van het Plakkaat van Verlating. De Staten-Generaal van de Nederlanden hadden een aantal dagen eerder besloten dat Filips II niet langer onze vorst was. Hij schond de vrijheden en rechten van zijn volk en zijn troon werd verlaten verklaard. Dit moment is cruciaal om de Nederlandse geschiedenis en zo veel van ons handelen te begrijpen. ‘Wij, het volk’ bepalen wie onze leiders zijn, en sturen deze weg als wij ze niet langer vinden handelen in ons belang.
Het plakkaat was de laatste en onomkeerbare stap in een proces dat begon met de Pacificatie van Gent (1576), waarbij de gewesten van de Nederlanden zich verenigden in een Generale Unie, gevolgd door de Unie van Utrecht (1579), toen werd besloten de Spanjaarden gezamenlijk aan te pakken en een eerste aanzet tot een grondwet vast te stellen. Lang voordat het Plakkaat de inspiratie vormde voor Fransen en Amerikanen in hun vrijheidsstrijd waren de Nederlanders dus al klaar voor de basisvoorwaarde van de democratie.
Ze namen verantwoordelijkheid voor hun eigen toekomst en trokken ondanks grote verscheidenheid en verschillen tussen de provincies gezamenlijk op in het beschermen van hun politieke, religieuze en economische waarden, principes waarmee wij het beleven van vrijheid kunnen beginnen uit te leggen. In een historische context vergezeld van een waardevaste overtuiging: richt je blik op het verleden. Kijk vervolgens om je heen, beschouw het heden, denk aan de toekomst en trek een denkbeeldige lijn. Die lijn verbeeldt alles wat ons bindt en is de leidraad aan de hand waarvan we onze ambities als land kunnen verwezenlijken. Met onze zwaar bevochten en altijd kwetsbare vrijheid als hoogste goed.
Zou het niet goed zijn als wij naast de belangrijke 5 meiviering een dieper geworteld moment kiezen waarop alle inwoners van Nederland zich kunnen bezinnen op de vele facetten van onze vrijheid en daarover debatteren en discussiëren, een ware en vrije samenkomst der geesten en een viering van verworvenheden? Is het niet zo dat als we onze jonge mensen hun geschiedenis goed willen bijbrengen, we beter kunnen beginnen bij het begin? Wat een geschikte dag zou 26 juli daarvoor zijn; onze dag van de onafhankelijkheid. Laten we deze opnemen in de nationale kalender en er iets mee doen.
Bron: De Volkskrant (21/04/10)
Bookmarks