Een montage van een interview met een oudere Groninger, meestal in het Gronings, over hun beroep of iets dat ze hebben meegemaakt in het verleden, in 2010 uitgezonden op RTV Noord. Deze aflevering Daan de Haan.

Daan de Haan is in 1930 geboren op een schip, als zoon van een schippersfamilie. ´s Ochtends vroeg gingen ze varen, vader aan het roer, terwijl moeder dan in de lijn liep. Dat wil zeggen dat ze het schip voorttrok, zelfs toen ze hoogzwanger was. Moeder kon niet aan het roer, omdat je als schipper ook moest afzetten met een boom. Bomen met een lange rok aan ging niet. Meneer heeft zelf ook in de lijn gelopen. Soms ook met een paard, maar dat kostte weer geld en lijnen kostte niets.

Bij de sluizen had je vroeger vaak een winkeltje of een cafeetje en soms kon je hier ook wel een vracht krijgen, waar de kroegbaas dan ook weer wat aan verdiende.

Zijn opa had in 1923 een eigen schip laten bouwen. In 1927 kocht zijn opa dat schip, een Gronings bolschip van 55 ton. Je moest zelf laden en lossen. Dat was allemaal handwerk.

Meneer de Haan laat de laadruimte van het schip zien, waar een aardappelkruiwagen staat. Zijn vader liet de kruiwagen vergroten. Het schip vervoerde turf, strobalen, aardappels, bieten en strokarton in de zomer, evenals papier. Zijn vader was wel een dag bezig het schip vol te laden met aardappels. Dat ging allemaal met een kruiwagen en niet mechanisch zoals tegenwoordig.

Hij vertelt dat een volgeladen schip niet zo leuk was. In een lege laadruimte kon je lekker spelen.
Meneer De Haan zit in het roefje in het achteronder. Hij laat de twee kooien zien waar de ouders en kinderen in sliepen. Grotere kinderen sliepen in de kooi in het vooronder. Het was allemaal heel krap. Als hij het nu zo ziet voelt het net alsof hij weer thuis is.